Ben jij een professional met uitstelgedrag? Wat is de functie ervan? In deze podcast vind je niet 10 snelle tips over het aanpakken van uitstelgedrag.
Als snelle tips zouden werken dan zou volgens procrastination coach Angela van Son uitstelgedrag geen issue meer zijn. Uitstelgedrag aanpakken met een blijvend resultaat. Dát is waar Angela naar streeft in haar coaching. Hoe je dat doet?
In dit interview van 42 minuten ontdek je:
- de oorzaken van uitstelgedrag
- hoe ‘selfcare’ uitstelgedrag vermindert (min. 04:21)
- of uitstelgedrag een functie heeft (min. 13:22)
- Angela’s favoriete tip tegen een writer’s block (min. 18:03)
- wat de functie van uitstelgedrag bij perfectionisten is (min. 30:18)
- en nog veel meer!
Luister hieronder naar Paula van Gemen en Angela van Son …
Podcast Notities
- Connect met Angela van Son (LinkedIn, website Nederlands, website Engels)
- Video “Slik de kikker“
- Heb jij een boeiend verhaal voor een volgende podcast? Vertel het me.
Transcriptie
Paula: De podcast van vandaag gaat over uitstelgedrag. Angela van Son is mijn gesprekspartner. Zij is procrastination coach en helpt mensen om eindelijk te gaan doen wat ze niet doen. Start doing what you don’t is het moto.
Hoi Angela, welkom!
Angela: Hi, dank je wel dat ik er mag zijn.
Paula: Ja, hartstikke leuk. Ik heb twee jaar geleden jouw cursus gevolgd en ik heb daar ontzettend veel geleerd. Ik zou hem eigenlijk nog een paar keer kunnen volgen. Dat sowieso. En ik weet zeker dat jouw verhaal anderen ook enorm kan inspireren.
Waar komt uitstelgedrag vandaan?
Paula: Ik wil beginnen met iets wat ik heel vaak hoor en nu ook van heel veel luisteraars heb teruggekregen. Eigenlijk zeggen mensen vaak: ik weet wel hoe het moet en ik kan bijvoorbeeld heel goed planningen maken, maar toch doe ik het niet. Dus ik weet hoe het moet, ik weet hoe ik moet voorkomen dat ik uitstelgedrag heb, ik weet hoe ik dingen voor elkaar moet krijgen, maar ik doe het niet. Waar komt dat door? Weet jij het antwoord?
Angela: Dat komt onder andere door de aard van uitstelgedrag, dat het geen oppervlakkig fenomeen is, maar dat het een fenomeen is dat diepere wortels heeft en dat het vaak geen uitstellen om het uitstellen is. En dat is ook precies de reden waarom mensen bij mij terechtkomen. Ze zeggen: ik heb al alles gegoogled, en ik heb die cursus timemanagement al gehad en wat ik merk is dat ik het gewoon niet toepas. Dan komt de motivatie van hé, wat dan. In principe hebben mensen behoefte aan geef maar wat tips en trucs en dan ben ik klaar. Met die vraag komen sommige mensen ook bij mij binnen en als we aan de slag gaan merken ze van hé, er valt meer te doen en daar wil ik eigenlijk wel mee verder want dan krijg ik blijvend resultaat. Met die kanttekening. Dat wat jij net zegt, van ik had er heel veel aan en dat wil niet zeggen dat ik genezen ben van mijn uitstelgedrag, dat klopt, zo werkt het ook niet. Al die eindeloze tips op internet met 10 dingen om … De mensen die zich wetenschappelijk hebben beziggehouden met uitstelgedrag, die daar onderzoek naar hebben gedaan, die het uit eigen ervaring kennen, die daar de belangrijkste boeken over geschreven hebben die zeggen ook; ik heb nog steeds de neiging tot uitstelgedrag maar ik kan er anders mee omgaan.
Paula: Oké, dus je zegt: vaak komen mensen bij jou en zeggen geef me wat tips en trucs misschien, maar dan blijkt al heel gauw dat het dus veel dieper ligt.
Angela: Ja, het zit in de aard van de mens. We willen er graag snel en makkelijk weer vanaf want dan kunnen we weer gewoon gaan doen waar we ons wel mee bezig willen houden. Mensen zeggen van nature niet van: leuk, ik ga me met mijn uitstelgedrag bezighouden.
Paula: Nee, inderdaad. En ik kan me voorstellen dat er veel mensen zijn die, misschien maak je dat ook wel mee, dat mensen denken: ik heb helemaal geen uitstelgedrag. Nee hoor, dat heb ik niet.
Wat is uitstelgedrag?
Angela: Klopt, dat kom ik ook wel eens in workshops tegen. Ik moet zo lachen want sommige mensen komen uit de workshop met het inzicht van ‘oh, ik heb wel uitstelgedrag.’ Kijk, ik probeer niemand iets aan te praten, zeker niet! Maar dan blijkt bijvoorbeeld dat mensen een beperkte definitie hadden over uitstelgedrag toen ze de workshop binnen kwamen. Dus ja, op mijn werk doe ik alles altijd. Maar thuis … uh Selfcare, goed voor jezelf zorgen of allerlei andere klussen, wij hebben het op andere plekken of andere manieren wel. Uitstellen om vrienden te bellen omdat ze last hebben van de telefoon oppakken. Uitstellen kan overal en altijd plaatsvinden.
Paula: Uitstelgedrag is dus eigenlijk veel breder. Je bent dus misschien geneigd om te kijken naar op mijn werk dan volg ik mijn planning gewoon en dan doe ik alles. Dus heb ik geen uitstelgedrag. En die conclusie is misschien wel heel kort door de bocht want het gaat eigenlijk over je hele leven. En niet alleen over 1 stukje. Je noemde net selfcare bijvoorbeeld. Kun je daar iets over vertellen?
Angela: ja, het was voor mij in eerste instantie een verrassing toen ik ontdekte dat klanten die op mij afkwamen juist heel hard werkende mensen waren die de lat hoog legde, die heel veel voor elkaar krijgen en van zichzelf de overtuiging hadden dat zij heel veel uitstelgedrag hadden. En als we daar dan langer naar keken, dan bleek het eigenlijk ook een kwestie te zijn van voortdurend van zichzelf vinden dat ze van alles en nog wat moesten doen en daardoor niet aan een aantal andere dingen toekomen, zoals ontspannen, sporten, en voldoende slaap. En het bleek voor hen dat als ze veel beter voor zichzelf gingen zorgen, dat die neiging tot uitstelgedrag veel minder werd. Bijvoorbeeld simpelweg meer slapen. Ik heb het in een blog genoemd: de saaiste tip tegen uitstelgedrag die ik je kan geven. Meer slapen betekent dat mensen soms minder de neiging krijgen tot uitstelgedrag. Ik zeg soms omdat ik van niets geloof dat het altijd werkt.
Waar wordt uitstelgedrag door veroorzaakt?
Paula: Waar wordt uitstelgedrag dan door veroorzaakt? Je zegt het zit in de aard van het beestje. Je zegt dat als je meer slaap krijgt dan kan het zijn dat je minder last hebt van uitstelgedrag. Er is dus ook niet 1 oorzaak te noemen of wel.
Angela: Ja, dat is ook leuk. Want als je de literatuur induikt dan worden er op een gegeven moment steeds meer genoemd. En eigenlijk houd ik het onderscheid om het overzichtelijk te houden tussen 2 dingen: de triggers en de dieperliggende oorzaken. Dus het kan zijn dat je wel een trigger hebt maar geen dieperliggende oorzaken en soms treedt het dan niet op. Maar als je ze allebei hebt, dan is het wel moeilijker. Ik zal het concreet maken: de 4 triggers die bekend zijn uit de literatuur bijvoorbeeld weerstand of een afkeer van een taak. In het Engels heet dat task aversiveness. (ik werk veel in het Engels). En die kennen we allemaal wel. Je hebt geen zin in de taak zelf, of geen zin in de uitkomst van de taak. Ik heb bijvoorbeeld nooit zin in afwassen. Geen zin in de uitkomst van de taak is bijvoorbeeld dat je een slechtnieuwsgesprek moet voeren met iemand en dat naderhand jij of de ander zich rot voelt. En dat geeft bijvoorbeeld een afkeer van de taak.
De oorzaken van uitstelgedrag
Paula: Ik heb aan de luisteraars gevraagd om vragen in te sturen. Janneke schrijft dat ze dingen vaak niet doet uit angst voor het gevolg. Dus ze schrijft letterlijk; als ik iets op Marktplaats.nl (link) zet krijg ik gezeur. Als ik de schilder regel dan moet ik er daarna weer wat mee. Dus ze is bang voor het werk wat er daarna gaat komen. Dus het is niet zo dat ze de actie zelf uitstelt, ja ze stelt hem uit omdat ze bang is voor het gevolg.
Angela: Dat is een prachtig voorbeeld van precies die afkeer van de taak of het gevolg. Bij sommige mensen helpt alleen dat inzicht al van oké, dat is wat erachter zit. Andere mensen hebben zoiets van oké, ik heb het door, wat nu. En dat is ook de reden dat ik op mijn social media niet de hele tijd allerlei tips post. Want dan is de vraag ‘hoe kan ik?’. En dat zal per persoon verschillen, ermee dealen dat ik eigenlijk last heb van uitstelgedrag. Is dat een kwestie van anders denken, is dat een kwestie van grenzen stellen. Wat speelt er en wat kun je daarmee. En dat zal per persoon verschillen.
Paula: Ja, je moet dieper gaan dan alleen die oppervlakte
Angela: Nou, je moet niks en dat meen ik serieus. Ik wil mensen niks aanpraten. Het is alleen mijn insteek in het vak en waar ik in geloof en het zijn ook mensen waarmee ik werk die daar wat mee hebben die zelf ook denken van oh ja, ik wil ook dat proces wel aangaan.
Paula: En dit was er eentje die je noemde he, een trigger. En de andere?
Angela: Een andere veel voorkomende is eigenlijk weinig vertrouwen dat je het kunt. Dat je zelf al verwacht, het zal toch wel niet lukken. Of ik ben er niet goed in. De derde, ik zal eerst het overzicht afmaken, is dat de deadline nog ver weg voelt en niet reëel. En dan zijn allerlei acute en dichtbij liggende taken altijd belangrijker voor ons brein, ons menselijke systeem. En de vierde trigger die heet selfregulation. In het Nederlands heet het ‘moeilijkheden of problemen met zelfregulatie’. En dat kan staan voor impulsiviteit, moeilijk de focus kunnen houden, moeite hebben met structuur aanbrengen, met dingen plannen. En dat zijn bijvoorbeeld dingen waar mensen met ADHD of ADD-verschijnselen tegenaan kunnen lopen. En niet alleen zij hoor. Gewoon als voorbeeld omdat veel mensen daar een plaatje bij hebben.
Paula: Oké, dat klopt, daar kreeg ik ook een vraag over. Ik kreeg letterlijk een vraag van iemand met ADHD die zei: ik heb hier zoveel moeite mee. Wat kan ik doen. Daar komen we zo vast ook aan toe.
Angela: Ik kan er nu al een eerste antwoord op geven. Ook daar zijn eigenlijk twee varianten mogelijk. De ene is de structurele aanpak en dat is serieus kijken naar ondersteuning bij plannen, focus aanbrengen et cetera. En het kan dan ook zijn dat daar gespecialiseerde hulp voor nodig is. Maar dan kom je wel op blijvend resultaat uit. Want daar zijn natuurlijk ook gewoon mensen in gespecialiseerd. En als je gewoon snel iets praktisch nodig hebt dan kijk ik altijd met mensen naar hoe kun je werken met wie je bent. Dus al je wel enigszins kunt plannen kun je wel met iemand samen een planning maken. Maar ook, maak een realistische planning die past bij wie je bent. Kun je je kort concentreren, werk dan in blokjes van een kwartier. Dus schrijven, een kwartier iets anders doen, weer een kwartier schrijven, zodat daar steeds die afwisseling in zit.
En ook als je weet dat je wel een planning maakt en je er nooit aan houdt, plan dan middelen in die je helpen herinneren aan je planning. En als je al weet dat dat soort korte praktische dingen niet helpen, ja dan lijkt het al snel dat een structurelere aanpak behulpzaam zal zijn. Dus ook hier zijn weer niet echt quick fixes maar kijken wat er het beste dient. Mensen worstelen vaak al zo lang met dingen. Ik vind die quick tips vaak ook een soort van belediging. Als het zo makkelijk was dan hadden mensen het al opgelost.
Tegelijkertijd zitten er ook altijd hele goede tips tussen. Het is niet zo dat niemand wat aan die snelle tips heeft, maar er wordt zoveel over gepubliceerd. En er staat altijd, pas deze 10 dingen, 7 dingen toe en dan ben je er.
Paula: Maar dan ben je er niet volgens jou
Angela: In elk geval niet de mensen waar ik mee werk. En ik ben heel blij dat er mensen zijn die er wat aan kunnen hebben maar ik ben ook een beetje allergisch voor de valse belofte die het inhoudt.
Paula: Maar ik ben ook nog wel heel nieuwsgierig naar eh, je hebt nu de triggers genoemd. En het zijn veel verschillende soorten triggers. Ik kan me voorstellen dat het heel erg afhangt van wat voor persoon jij bent. En dat jij als je iemand leert kennen misschien al kan inschatten wat voor die persoon de trigger zal zijn om uitstelgedrag te hebben.
Angela: Nou, sterker nog, ik zou het willen verbijzonderen dat het niet zozeer van de persoon afhangt maar dat mensen met dezelfde persoonlijkheid bij verschillende taken of op verschillende momenten verschillende triggers kunnen hebben. Dus voor mij is onderzoek naar uitstelgedrag vaak ook echt een kwestie van dat mensen leren om zichzelf te observeren en zich af te vragen, he wat is het in dit geval.
Paula: Het is niet zo simpel. Het is niet 1 ding.
Uitstelgedrag door perfectionisme
Angela: Nee, en er kunnen natuurlijk wel persoonlijkheidskenmerken bijzitten want bij de dieper liggende oorzaken bijvoorbeeld is perfectionisme is eentje die altijd naar voren komt in alle literatuur. Nou, faalangst en de minder bekende de angst voor succes, autonomiekwesties, dat uitstelgedrag voortkomt uit: ik bepaal zelf wel wat ik doe en wanneer ik het doe. En ik zelf heb daar een redelijk komische vorm van. Als ik iets op mijn to-do-lijstje zet, dan weet ik al dat het een to-don’t lijstje wordt omdat ik het moet van mezelf. Dat ik me begin te verzetten tegen het moeten en ik moet het nota bene van mezelf dus dat is wel een hele bijzondere autonomiekwestie.
Paula: Dus je bent allergisch voor je eigen autonomie
Angela: Nee, voor mijn eigen moeten. En op andere dagen kan ik het prima hebben dus dan is ook de vraag die ik aan mezelf stel van waarom ben ik vandaag allergisch voor moeten. Nou, meestal betekent het dat ik eigenlijk een beetje aan mijn tax zit en behoefte heb aan rust, ontspannen of iets anders dan wat er daar op dat to-do lijstje staat.
Paula: Nu denk ik aan een vraag die Sonja mij stelde op Linkedin (link) over uitstelgedrag. Want ik heb mensen de mogelijkheid gegeven om vragen te stellen en zij stelde de vraag: heeft uitstelgedrag eigenlijk ook een functie?
Angela: Ahh briljant. Je hebt slimme luisteraars, erg leuk. Ja dat heeft het absoluut. En de grap is ook dat het soms heel moeilijk is om van uitstelgedrag af te komen als je niet kunt ontdekken wat de functie is die het voor jezelf heeft. Want uitstelgedrag geeft ook een bepaalde beloning. Perfectionisme is een mooi voorbeeld daarvan. Je ziet dat een aantal perfectionisten echt last heeft van uitstelgedrag, en het voordeel dat ze hebben aan het te laat aan dingen beginnen is dat op het moment dat je te laat begint kun je er weinig tijd in steken. Levert het een resultaat op dat eigenlijk niet aan je kwaliteitseisen voldoet … ja eh je had er niet voldoende tijd voor.
Paula: Het is een excuus voor hun perfectionisme?
Angela: Excuus voor het niet kunnen voldoen aan hun eigen lat. En zeker de “die-hard” perfectionisten die zijn zo goed in die lat opschuiven dat voldoen aan hun eigen perfectionisme ook eigenlijk een onmogelijke opgave is. Want als het goed is kan het beter. En als een element tot in de puntjes geregeld is dan zou er in de context daarvan ook nog iets tot in de puntjes geregeld moeten zijn dus. Voldoen aan je eigen perfectionisme is vaak, ik zou bijna zeggen, vechten tegen een windmolen en dan is te laat aan iets beginnen … dan ligt het niet aan jou, dan heb jij niet gefaald, dan heb jij het niet verkeerd gedaan. Want bij perfectionisme zit vaak de angst voor of de interpretatie van falen, het is niet perfect dus ik heb het niet goed gedaan, dus ik ben niet goed. Nee het lag aan … ik heb er te weinig tijd in gestoken. En dat is veel prettiger. Het bedreigt je persoon niet.
Paula: Ja, dus je kunt een andere oorzaak aanwijzen. Die buiten jou zelf ligt. Ja, maar ik had er ook te weinig tijd voor. Oké, dat is de functie die het voor een perfectionist heeft.
Schuldgevoel en uitstelgedrag
Angela: Ja, wat ik ook veel bij mijn klanten terug zie, veel hard werkende mensen, is dat uitstelgedrag ze helpt om weer even op adem te komen. En ik ken ook iemand, dat was wel grappig, ze zei dat letterlijk: ‘Ik weet niet of ik aan mijn uitstelgedrag wil werken want daardoor doe ik gewoon af en toe niks en gun ik mezelf wat chillen.’ Ik zei, ik kan het me heel goed voorstellen. De vraag die ik voor haar had was: lukt het je ook om dat zonder schuldgevoel te doen. Want wat je vaak ziet is dat uitstelgedrag tot schuldgevoel leidt. En dan denk ik joh dan ben je wel vrijer als je jezelf gunt om echt die vrije tijd te nemen dan wanneer het via de omweg van uitstelgedrag moet.
Paula: Dus als antwoord op de vraag van Sonja, heeft het een functie? Ja, voor iedere individu heeft het misschien een andere functie en het is goed om daarover na te denken.
Angela: Ja, en het kan ook weer per taak verschillend zijn. Een ander voorbeeld is dat soms als je kijkt in huishoudens waar bepaalde taken blijven liggen, daar kan ook een autonomiekwestie achter zitten. Dus dan lijkt het uitstelgedrag en dat lijkt het dat beide partners last hebben van uitstelgedrag. Maar als je verder kijkt, heeft een het gevoel van, nou ik doe dit en dat al, en jij mag ook wel eens iets doen. Dus de taak laat liggen. Terwijl de ander denkt: ja maar, het moet ook altijd op jouw manier en als ik het doe is het toch niet goed. En ook die taak laat liggen. Dus een conflict over hoe doe je dingen nu eigenlijk. En dat kan natuurlijk ook op de werkvloer. Dat je baas met iets komt en dat jij denkt: ja maar wacht eens even. Bijvoorbeeld over een adviesrapport waarin jij al weet dat het niet de beste oplossing is maar dat het een politieke keuze is en je staat er inhoudelijk niet achter. Ja dan is uitstelgedrag ook een soort methode om terug te vechten zeg maar. Uiteindelijk win je er niet mee. Maar dat het in elk geval voor jezelf een vorm van invloed uitoefenen is. Verzet tonen.
Paula: Ik wil nu even graag kijken naar tips voor uitstelgedrag bij schrijven. Ik kan er zo volgens mij een heleboel op noemen maar misschien kan jij er minstens zoveel opnoemen. En kun je gelijk ook adviezen daarvoor geven van hoe kun je daar dan mee omgaan. Als je bijvoorbeeld een writersblock hebt, als je zit aan te hikken tegen een heel moeilijke mail die je moet gaan schrijven. Of je moet een lange brochure in elkaar zetten en je weet gewoon niet waar je moet beginnen. Heb jij daar tips voor. Specifiek voor mensen die veel teksten moeten schrijven.
Angela: Nou, bij een writersblock is eigenlijk de eerste methodiek die ik voorstel, ga wat anders doen. En dan bedoel ik niet het uitstelgedrag variant. Maar ga iets fysieks doen. Dus bijvoorbeeld wandelen om de blokkade die in je geest zit fysiek los te maken.
Paula: En moet ik tijdens dat wandelen ook bezig zijn met dat onderwerp waar ik over wil gaan schrijven? Of juist helemaal niet.
Angela: Ik zou het vooral niet doen. Want dan kan het in je onderbewuste verder werken. Terwijl bij het bewuste ben je er tegenaan gelopen dat je nadenkt en dat je vast zit, en je onderbewuste denkt ondertussen wel door. Ik kan ook voorstellen dat als je in een organisatie zit dat je denkt, ja, ik kan niet zomaar gaan wandelen. Tegelijkertijd, je merkt bij een writersblock toch wel dat je niet schrijft. Ga dus op z’n minst op zoek naar iemand anders op een andere verdieping of kijk hoe je wel kunt bewegen. Want fysieke beweging is een van de dingen die echt helpt om vast zitten los te maken.
Paula: En heb je een richtlijn voor hoelang?
Angela: Nou, bij mij gebeurt het vaak na 10 minuten dat ik tjokvol ideeën zit maar dat is ook weer per persoon verschillend.
Paula: Oke, maar je kunt dus al heel snel uit je writersblock komen. En dan wel daarna meteen terug.
Angela: Ja, dat zou ik wel doen. Want dan heb je het enthousiasme van, ik heb een idee of ik heb er zin in. Maar ik ben natuurlijk altijd wel kritisch op waar staat het woord writersblock eigenlijk voor. Dus daarin wil ik ook de koppeling maken naar uitstelgedrag want ik denk dat sommige woorden vaak heel licht gebruikt worden terwijl, ja wat is een writersblock eigenlijk. Ik zie een writersblock meer als wanneer je al begonnen bent en vast komt te zitten. Dat is in deze context even mijn definitie.
Paula: Ja precies, dat vind ik een goede inderdaad. Je bent begonnen en je loopt vast. Dan moet je dus gaan lopen en vervolgens weer eraan gaan zitten en dan stroomt het verder.
Angela: Dat kan. Garanties bied ik niet. Maar dat is mijn favoriete tip tegen een writersblock.
Paula: Daarnaast heb je nog zoiets als, ik moet er nog mee beginnen. Zoals ik net zei, die moeilijke mail waar je tegenaan zit te hikken. Van oh, ik moet dat nog doen en ik zie er als een berg tegenop. Ik weet niet eens hoe ik moet beginnen. Ik weet niet eens wat ik wil zeggen.
Angela: Daar noem je al twee verschillende redenen. Wat ik steeds zei, het is de grond van wat erachter ligt. Want om te beginnen weet je niet wat je wil gaan schrijven, dan zit er een ander proces achter dan wanneer je niet weet hoe je moet schrijven. Of dat je van jezelf de verwachting hebt van och, ik ben toch niet goed in schrijven dus dan zal het wel niks worden. Vandaar is de vraag: waar is je ingangspunt. En als je niet weet wat je moet schrijven kan het bijvoorbeeld heel makkelijk zijn om met iemand te bellen of anderszins even live contact aan te gaan via een praatje ontdekken op het moment dat je iets aan iemand uitlegt krijg je vaak al een idee over hoever je er eigenlijk al instaat, maar niet door had dat je dat stuk al helder had.
Paula: Dus als je niet weet wat je moet schrijven, doe je dat. Maar als je bijvoorbeeld bang bent omdat je denkt dat het toch al niet goed gaat zijn wat je moet schrijven dan moet je het anders aanpakken.
Schrijfplan maken
Angela: En de andere, die ken je ook uit je eigen praktijk als schrijftrainer. Soms weten mensen ook gewoon niet hoe, en dan is het maken van een schrijfplan waarin al bepaalde lezersvragen staan. In een inleiding wilt iemand weten waar gaat het over, wat krijg ik ervoor terug als ik de moeite neem om door te lezen. Dat soort dingen. En gewoon per stuk dat je gaat schrijven de lezersvragen in beeld hebben en daar antwoord op kunnen geven. Dan geef je al een soort structuur. Dus dan is het schrijfplan een goede methodiek waar mensen snel resultaat mee boeken.
En dan zitten we hier aan de oppervlakkige tips vergeleken met de uitstelgedrag tips.
Paula: Maar er zit dus ook een diepere laag onder, dat kun je ook dieper aanpakken.
Angela: Ja, en sommige tips daarvan zijn ook weer heel simpel. Als je begint uit het idee van iemand heeft afkeer van de taak. Het blijkt uit hersenonderzoek dat hersenen, als je een vervelende taak inschat, reageren vanuit het pijncentrum. Dus je verwachting van rotwerk doet zeer blijkbaar. Ja, dat vind ik heel interessant. En het grappige is dat als je gewoon begint, dan verdwijnt die activiteit in het pijncentrum. Binnen een paar minuten. Dus het kan zijn dat soms gewoon gaan doen, en dus na een paar minuten kijken hoe het gaat, dat dat de oplossing is. Dat noemen ze wel eens ‘de 2 minuten techniek’. Daar kun je ‘de 5 minuten techniek’ van maken. Je belooft jezelf om minstens 2 minuten aan het schrijfwerk te werken, meer mag, minder niet. En soms merken mensen als ze eenmaal begonnen zijn ‘oh ja, ik heb eigenlijk nog wel zin om verder te gaan want die 5 minuten haal ik ook wel. Nou, ik heb ook nog voldoende stof voor 7 minuten.’ En zo werken ze net zolang door tot ze denken: nou dit werkte. En stoppen op het moment dat ze het gevoel hebben ja nu niet meer.
Paula: Wat geweldig. Dus je voelt pijn doordat je bang bent.
Angela: De hersenen reageren in elk geval vanuit die context. Het voelt natuurlijk niet letterlijk als pijn.
Paula: Oké, het is geen letterlijke fysieke pijn maar je hersenen geven je een zelfde gevoel af alsof jij pijnt hebt. En daardoor doe je dit niet want pijn vermijden we. Maar als je het gaat doen, valt die activiteit in je hersenen weg. Dus het doen is hierbij het medicijn.
Angela: Ja, ook niet altijd he. Want dat hangt ook weer af van de oorzaken. Maar dit is er eentje die absoluut de moeite van het uitproberen waard is omdat hij zo simpel is.
Paula: Ik herinner me nog uit de cursus die ik volgde de techniek “eat the frog”.
Slik de kikker
Angela: Slik de kikker, ja die is ook heel goed voor dingen waar je simpelweg geen zin in hebt. Om ’s ochtends als allereerste in de planning de taak te zetten waar je al van weet: deze geeft de grootste kans op uitstelgedrag. En dan bedoel ik niet iets waar je de hele ochtend mee bezig bent, maar een klein element uit die tijd zodat het ook te overzien is. En dan, als je dat toepast, dan heb je de hele dag het voordeel dat het al gedaan is, en dat je tevreden, blij of trots bent in plaats van dat je de hele dag tegen iets aan zit te hikken.
En ik weet nog dat ik ooit tegen iemand zei: ja, ik doe dat niet ’s ochtends meteen want dan heb ik een ochtendhumeur. En dat hij tegen mij zei, joh dat is toch mooi? Dan heb je een ochtendhumeur en dan doe je iets wat je vervelend vindt, dat matcht toch prima?
Ik heb het inderdaad uitgeprobeerd en ik dacht, ja hij heeft gelijk! Ik vond dat heel komisch. Het was mijn eigen gedachte dat ja tijdens een ochtendhumeur moet ik niets vervelends doen. Een ochtendhumeur is al vervelend. Ja, hij keek daar precies andersom tegenaan. Nou, dat werkte best wel goed.
Paula: Wat ik ook de hele tijd hoor in wat je zegt is uitstelgedrag doet eigenlijk pijn, is vervelend. Daardoor hebben we schuldgevoelens, als je je er bewust van bent he, op het moment dat je dingen gaat doen krijg je een beloning zoals nu het eat the frog-principe. Je bent blij, want je bent al de dag begonnen met iets wat je vervelend vindt en dat heb je dus al gedaan. Dus daar zit je niet meer tegenaan te hikken. Het uitstelgedrag geeft als we dat niet meer toepassen een enorme beloning, en zolang we het wel hebben, straft het ons eigenlijk de hele tijd. Of zie ik dat te zwart wit.
Angela: Nee, zo werkt het niet. Wat mensen gaan doen is zichzelf straffen. Ze denken van zichzelf ik ben stom, ah ik doe het weer enne wat waardeloos, slap. Er zit heel veel zelfkritiek bij uitstelgedrag vaak. Ik zou bijna zeggen, als er geen zelfkritiek bij zit dan is het niet eens uitstelgedrag. Dan is het gewoon iets niet doen en daar geen moeite mee hebben. Het probleem aan uitstelgedrag is dat mensen daar uiteindelijk juist wel moeite mee hebben. En dat ze er zichzelf mee in de weg zitten en het stom vinden van zichzelf dat ze zich ermee in de weg zitten. Wat heel menselijk is maar wat het eigenlijk verergerd. Als je het beeld van jezelf hebt van ik ben er niet goed in, ik doe dat stom, dan zit je weer bij die trigger van weinig vertrouwen in de uitkomst en dan heb je alweer een grotere kans om op uitstelgedrag te vertonen. Het is een zichzelf versterkend mechanisme als je pech hebt.
En ik vind wel, want anders kom ik misschien wel heel negatief over, ik vind het goede nieuws is dat er zoveel verschillende dingen een rol bij spelen is, dat je ook heel veel verschillende aanknopingspunten hebt om er wat mee te gaan doen. En dat je heel veel verschillende dingen kunt uitproberen. En eentje die ik bijvoorbeeld nog niet genoemd heb die met dat zelfbeeld te maken kan hebben: nou, stel je vindt van jezelf, ik kan niet goed schrijven. Op het moment dat je eraan gaat beginnen zeg je tegen jezelf he, ik ben hier niet goed ik, het zal wel niks worden. Dan komt er zo’n negatief gesprek met jezelf in je hoofd op gang. Nou, uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken, en ik zeg omdat het als een tjakka-tip gaat klinken maar hij gaat niet verder dan dat, is dat wanneer iemand tegen zichzelf zegt, ik ben hier niet goed in, dat roept negatieve dingen op dus dat werkt niet. Wanneer je dat vertaalt naar bijvoorbeeld: ik ben iemand die beter aan het worden is in schrijven … het begint met “Ik ben”, zelfbeeld. En daarna komt iets positiefs. Ik ben iemand die eraan werkt om beter te worden in schrijven en dat doe ik stukje bij beetje. Dat is een veel positievere insteek om hetzelfde te gaan doen. Je kijkt dan niet naar wat er niet goed is, maar waarin je aan het groeien bent. Wat ruimte biedt voordat het nog niet perfect is maar dat je wel steeds iets positief tegen jezelf zegt. Ik ben aan het veranderen. Je richt je er hele andere hersengebieden op.
Paula: Ja, je prikkelt ook de verkeerde hersengebieden door de hele tijd te herhalen: ik kan dit niet, ik kan niet plannen, ik kan niet regelen, ik krijg dingen niet gedaan. Dus de dingen die je tegen jezelf zegt moet je eigenlijk veranderen en daar maak je positieve boodschappen van aan jezelf.
Angela: Ja, en ik merk, voor mij is er wel een verschil met affirmaties, affirmaties zijn positieve dingen die mensen tegen zichzelf kunnen zeggen. Dat is hier niet wat ik bedoel. Toen ik affirmaties voor het eerst uitprobeerde, en ik ben niet de enige, ook hier is wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, was meestal wat ik er achteraan dacht … niet dus.
Paula: Een affirmatie is bijvoorbeeld: ik ben …
Angela: Bijvoorbeeld dat je in de spiegel kijkt en zegt: ik ben mooi. En dat ik dan zucht en denk, wat een onzin. Terwijl, ik ben iemand die eraan werkt om beter te worden in schrijven, daarvan kan ik wel weten dat het waar is. Dat is veel voorzichtiger zou ik bijna zeggen geformuleerd. En als je merkt dat je een formulering hebt waarvan je zelf denk: ja duh … dan zit je ook niet bij de goede formulering.
Ik kan goed schrijven. Als je dat als affirmatie gebruikt terwijl je het zelf niet gelooft, dat zoeken we dus niet. Dus ik noem niet een affirmatie maar een “ik ben” en daar een positief zelfbeeld rondom aan toevoegen waarin ruimte is voor groei, voor ontwikkeling. Want deze tip kwam uit als iemand het gevoel heeft ik kan dit niet goed, of ik kan dit niet goed genoeg.
Paula: Dus er zit een actie in ook. Ik ben bezig met, ik ben aan het werken aan. En omdat die actie erin zit kun je het zelf ook beter geloven.
Angela: Ja, en als je dus merkt dat je niet gelooft in het werken aan, dan kan het dus zijn dat je tot de conclusie zou willen komen dat je iets wilt doen dat ook helpt om te werken aan, bijvoorbeeld een cursus. Schrijfcursus.
Paula: We zijn nu bij het laatste deel van de podcast. Mensen hebben vragen ingestuurd. En een aantal vragen heb je al beantwoord. Er zijn nog 3 vragen over die nog niet beantwoord zijn. Die ga ik je stellen. Jessica die schrijft: ik denk zelf dat het voortkomt bij mij uit perfectionisme. Beter iets niet doen dan het niet goed kunnen doen. Maar hoe pak je dat perfectionisme dan aan?
Angela: Wat ik leuk vind aan die vraag is de mate van zelfinzicht. Want ik denk ook inderdaad dat voor veel mensen perfectionisme de reden is, de oorzaak en dat je inderdaad niet moet gaan kijken naar hoe pak ik het uitstelgedrag aan maar hoe pak je het perfectionisme aan.
Nou, ook daar zie je op internet zeg maar massa’s tips. Maar je ziet dat mensen daar minder makkelijk over doen. Terecht, want perfectionisme is ook een lastig fenomeen. En als ik kijk naar mijn klanten dan zie ik vaak uhm, sommige mensen zijn veel aan het denken zeg maar, en dan kan het onderzoeken van de gedachtepatronen en kijken of je daar de belemmerende, de vervelende, de bezwarende gedachte kunt onderzoeken en uitdagen en vervangen door positieve gedachte. Een ander woord daarvoor is rationele effectiviteitstraining. Dat kan heel erg behulpzaam zijn. En dat kan soms eindigen met oneliners maar dat lukt pas vaak na het zelfonderzoek en niet door dat meteen te gaan doen. Bijvoorbeeld, iemand die ik ken is van ‘het moet perfect’ naar ‘done is better than perfect’. Maar als je dat lang geleden tegen hem gezegd zou hebben dan zou hij dat niet geloven. Dus de uitkomst kan een oneliner zijn maar het is ook echt dat proces daarvoor dat iemand zijn perfectionisme onder ogen ziet en de gedachte die daarbij hoort, daar zit ‘m de sleutel. Of zo’n oneliner werkt toch niet.
Bij andere mensen zit het ‘m veel minder in het denken maar in dingen gaan doen. Dus experimenteren met dingen minder goed doen. Dingen minder perfect doen. En van daaruit het leerproces ingaan. En bij bedrijven zou dat bijvoorbeeld kunnen zijn, uh het kan al een te grote stap zijn dit voorbeeld, lever een eerste concept in, gewoon pas een eerste versie. Dus niet waar de perfectionist al tien keer overheen is gegaan, en dat is de concept versie. Nee, echt een … deze kant gaan mijn gedachte op en dit is wat ik er voor de eerste keer over op papier heb gezet. Als iemand merkt, uh een eerste versie is niet echt acceptabel, dan kun je kijken naar, oké, welke ben je wel bereid in te leveren. Dan spreken we van tevoren af dat de vijfde versie als concept voorgelegd wordt. En ook zeg je erbij: dit werk is minder net dan normaal maar ik wil graag in deze fase je feedback. Experimenten ontwerpen met ander gedrag om te kijken van wat heeft iemand nodig om dat experiment aan te kunnen gaan. Hoe groot of hoe klein moet het zijn. En ook, wat gebeurt er wanneer iemand het ook daadwerkelijk doet. Of wanneer iemand het uiteindelijk toch niet doet. Dus via gedrag kun je dat perfectionisme ook onderzoeken en afbuigen zou ik bijna zeggen. Want de wens om het goed te doen is een hele mooie. Maar dat het een eis is, en dat je jezelf afrekent als het niet zo goed is als je wilt, dat is het stuk waar mensen last van hebben.
Paula: We gaan door naar de volgende vraag en dat is Tilly die zegt: Op mijn werk lukt het wel aardig, maar als ik vrij ben bedenk ik zoveel wat ik kan gaan doen dat ik niet weet waarmee ik zal beginnen. Dus, doe ik maar niks.
Angela: Ja, de verlamming van te veel keuzes en misschien ook wel de drang om daarin de goede of juiste keuze te willen maken. Een oefening die ik met mensen doe als ze last hebben van dit soort dingen is dat ze een potje maken met taken erin, en dat ze een lootje kunnen trekken. En dat ze met zichzelf afspreken dat het lootje wat ze trekken ook daadwerkelijk gaan doen. En als mensen dat echt te beperkend vinden dat ze een keer opnieuw mogen trekken als ze het eerste lootje niet accepteren. En soms zeg ik, doe maar een dobbelsteen in plaats van een lootje. Maar dat ze het toeval het werk laten doen in plaats van hun eigen besluitvormingsproces waar het stokt.
Paula: Geweldig. Ik denk dat ik zo’n pot ga maken thuis. Op mijn werk niet. Want ik geloof dat ik me daar moet houden aan de afspraken die ik met klanten maak maar thuis lijkt me dit geweldig.
Angela: En wat ook altijd goed is om te checken als je last hebt van iets als dit is kijken of het niet een vorm van oververmoeidheid is. Zo klinkt de vraag niet zoals ze hem stelt. Maar soms verkleden fenomenen zich als iets anders. Dus als je de hele dag hard gewerkt hebt en je komt thuis en daar liggen dan ook nog 1000 taken te wachten, ja dan wil je eigenlijk gewoon ontspannen.
Paula: Dan is het misschien ook logisch dat je ook niks doet.
Angela: Dan is uitrusten soms de beste remedie tegen uitstelgedrag omdat je na verloop van tijd wel zin krijgt. Ik heb in mijn e-cursussen soms, mensen werken vaak meerdere keren met mij. Wat jij in het begin ook zei: Nou ik heb de cursus gedaan en ik heb er veel aan gehad. Ik zou nog wel meer willen. Dat gebeurt grappig genoeg bij veel van mijn klanten. En eentje die op een gegeven moment zei: ik heb zo’n last van uitstelgedrag, ik geef mezelf maar gewoon een dag vrij want blijkbaar heb ik het nodig. Die werd aan het eind van de dag heel productief toen ze uitgerust was en dacht: ja ik wil toch een paar dingen nog voor elkaar krijgen. Dus soms is het eraan toegeven hetgeen wat werkt. Als keus. Niet als automatisme.
Paula: Ja, als keus. Niet als verlamming. Maar ik ga nu niks doen.
Angela: Ja, ik ken de verlamming erg goed hoor. Die kan ik zelf ook goed hebben. Vandaar ook dat ik ooit met dat idee van een potje met lootjes gekomen ben. Ik oefen heel veel op mezelf.
Paula: Ik ben benieuwd of je de derde vraag ook herkent. Vast wel uit je praktijk. Dit is Karlijn. Die schrijft een leuk verhaal en zegt: hier de uitstelkoningin. Ja, ik wil mijn website herschrijven. Alvast een nieuwe training ontwikkelen. Mijn administratie bijhouden. Maar zit er een deadline aan vast? Nee. Dus ga ik vrolijk op ikea.nl zoeken om een nieuw bed voor mijn dochtertje uit te zoeken. Zo heeft ze nog heel veel voorbeelden schrijft ze. Is de nood niet hoog genoeg dan vertoon ik ontwijkend gedrag. En natuurlijk weet ik heel goed hoe het moet. NLP, hoe zou jij je voelen als je het wel deed et cetera. Maar ja, ondertussen doet ze dus niet de dingen die ze echt vindt dat ze moet doen. Of die ze wil doen. Angela, wat kan jij met deze vraag.
Angela: Ik werk altijd heel graag met mensen die dat hebben. Dat ze al heel veel weten en al heel veel kunnen en inderdaad zeggen van ja, ik krijg het niet op mezelf toegepast, het werkt niet. Daar word ik extra nieuwsgierig bij. Maar wat is het nou. Is het nou echt die deadline? Dan zou het een voorbeeld kunnen zijn van die trigger van he, een datum moet dicht genoeg bij zijn. En als het echt aan de deadline ligt, dan is harde tussen-deadlines plannen, waarin je met iemand uh dat concept van je website al bespreekt, en met die persoon afspreekt dat als je de afspraak verzet dat die iets met jou doet wat voor jou helpt. Soms kan het zijn, streng zijn. Dit mag 1 keer, de volgende afspraak afzeggen doen we niet dus hoe ga jij je eraan houden? Maar het kan ook zijn dat iemand meer baat heeft bij een coachende benadering. Maar dat wat de Engelsen accountability noemen, namelijk dat je iemand helpt om zich aan zijn eigen afspraken te houden, dat dat voldoende zou kunnen zijn. Dus sub-deadlines, die met behulp van iemand anders bewaakt worden. Wat ik vaak ook zie bij mensen die met deadlines werken dat ze zeggen: ja de deadline is datgene wat het doet. Dat ik denk, nou zou er ook niet iets anders achter kunnen zitten. Want doet die persoon echt alles in zijn leven pas bij die keiharde deadline. Dus pas eten wanneer de honger enorm is, pas plassen als de nood ontzettend hoog is, pas bij vrienden op bezoek gaan als er totale vereenzaming dreigt. Of gebeurt het bij sommige items wel en bij andere niet. En dan is het vaak toch een kwestie van, he zou er iets met de items kunnen zijn. En een nieuwe website maken kan een kwestie zijn van ik weet niet wat, ik weet niet hoe, er zitten ontzettend veel keuzes aan vast, de hele eindeloze keuzes die gemaakt moeten worden. Of ik weet niet hoe ik daar een betrouwbare partner in moet zoeken. Dat vind ik een vervelend proces dus … Daar kunnen, en nogmaals, kunnen hele andere dingen onder zitten. Die vanzelf opgelost worden inderdaad als de druk maar hoog genoeg is. Want dan is het even schakelen. Maar die misschien ook anders gekund zouden hebben. En ik ken daadwerkelijk iemand die floreert gewoon bij deadlines. En die heb ik ook gezegd van joh, maar dan is het toch goed. Als het werkt, werkt het. Het wordt pas interessant als het niet werkt. Als iemand er niet tevreden mee is.
Paula: Dus als jij dingen echt niet gedaan krijgt en je er ongelukkig van wordt.
Angela: Ja, en als iemand een kick van krijgt van de deadline en het is mijn stijl van werken en ik lever een goede kwaliteit op en ik heb geen stress die mijn gezin beïnvloedt of mezelf op een manier die niet prettig is. Nou, dan is dat prima. Dat zijn de heel snelle coachings.
Paula: Geweldig. Hiermee ben ik aan het einde gekomen van al mijn vragen en ook aan deze podcast.
.
Sandra Nicolas schrijft:
Hallo allemaal, ik ben super enthousiast vandaag. Ik zag opmerkingen van mensen die al een lening hadden ontvangen van Sabinehelps@gmail.com en toen besloot ik me aan te melden op basis van hun aanbevelingen en een paar uur geleden bevestigde ik een totaalbedrag van eur 10.000 dat ik bij mijn eigen bank had aangevraagd account. Dit is echt geweldig nieuws en ik adviseer iedereen die een echte lening nodig heeft om een aanvraag in te dienen via hun e-mail: sabinhelps@gmail.com