#5 Dreigende taal
5 MEI 2021
#5 Dreigende taal
#5 Dreigende taal
#5 Dreigende taal
Sanne Boswinkel, Paula van Gemen en Lodewijk van Noort zijn drie heldere-taalgekken die niets liever doen dan ook in hun vrije tijd praten over taal en communicatie. In deze vijfde aflevering wordt duidelijk dat heldere taal niet zaligmakend is. En dat de toon van je tekst minstens zo belangrijk is. Marc Mulder, ervaringswerker armoede en schulden, kan hierover meepraten. Een heftig gesprek waar wij stil van werden. Misschien wel het mooiste en meest raakbare gesprek tot nu toe …
In deze podcast van 41:21 minuten ontdek je:
- wat een ervaringswerker doet en waarom dit werk zo belangrijk is;
- hoe je het beste contact kunt leggen met mensen met schulden;
- dat Marc zelf op een gegeven moment 5 brieven per week kreeg van de Belastingdienst en deze niet meer opende;
- wat officiële, ingewikkelde en dreigende taal met je doet;
- dat mensen bang worden van de dreigende taal en dat die angst niet bijdraagt aan het oplossen van het probleem;
- waarom het zo belangrijk is om echt te luisteren in plaats van jouw wens op te leggen en door te drukken.
Zwerm je mee? Dat doe je zo:
- Praat mee op onze Zwerm-pagina op LinkedIn.
- Laat een review achter op Apple Podcast of Spotify.
- Stuur ons voorbeelden van slechte én goede teksten: dezwermpodcast@gmail.com.
- Spreek een berichtje in voor ons. Dat kan via WhatsApp op deze website.
- Deel deze podcast met je collega’s en in je netwerk.
Reageer en deel
Vind je deze podcast goed? Zwerm dan met ons mee en deel deze podcast op social media. Bedankt!
Tips van Marc Mulder
Stop met brieven sturen; die worden niet gelezen. Ga in gesprek met cliënten en communiceer van mens tot mens. Maar als je dan tóch een brief moet schrijven, pas dan deze tips toe:
Tip 1
Gebruik eenvoudige taal en kies voor een gelijkwaardige toon. Vermijd dreigende taal. Mensen bang maken, heeft een averechts effect.
Tip 2
Maak met kleuren duidelijk welk onderdeel voor de lezer belangrijk is om te lezen. Zo kan de lezer de onderdelen overslaan die niet voor hem zijn.
Tip 3
Zorg dat je zo min mogelijk tekst plaatst. En dat je de tekst die je plaatst goed onderverdeelt. Toch veel tekst? Zet de kern bovenaan
Tip 4
Voorkom dat verschillende brieven over eenzelfde onderwerp er hetzelfde uitzien. Hierover vertelt Marc bij minuut 32:00 een pakkende anekdote die je niet snel meer vergeet.
KIJKTIP
Bekijk het Human-programma Schuldig: https://www.human.nl/schuldig.html
Nooit afleveringen missen over heldere taal?
Als eerste weten dat er een nieuwe podcast voor je klaarstaat? Schrijf je in en dan geven we je meteen een seintje:
Transcriptie
In deze podcast interviewen we Marc Mulder, ervaringsdeskundige Schulden & Armoede bij Movisie. Deze transcriptie start bij minuut 12, vanaf het moment dat we Marc in de uitzending halen.
Paula van Gemen: Ik ben heel benieuwd om van Marc te horen op welke manier je het beste contact kunt leggen met mensen met schulden. Welkom, Marc. Vertel eens: wat doet een ervaringsdeskundige nou eigenlijk? Wat is dat precies?
Marc Mulder: Ja, heel goeie vraag. Het is wel duidelijk wat een ervaringsdeskundige doet. Een ervaringsdeskundige zet zijn eigen ervaring met iets in om anderen die hetzelfde meemaken daarin verder te helpen.
Alleen het is een heel breed begrip, want je kunt het op allerlei manieren doen. Je kunt het doen door een ervaring te delen en anderen te laten leren van wat je hebt meegemaakt. Je kunt het ook doen door met mensen in gesprek te gaan die datgene aan het meemaken zijn wat je zelf ooit mee hebt gemaakt. Dan ben je een voorbeeld dat je eruit kunt komen en je kunt echt aansluiting vinden op de gevoelens van de ander omdat je weet wat het precies betekent. Maar je kunt je ervaring ook bijvoorbeeld inzetten om beleid te veranderen en om uit te leggen wat eigenlijk de gevolgen zijn van bepaald beleid en hoe je denkt dat het anders zou kunnen.
Daarnaast heb je nog allerlei gebieden ervaringsdeskundige. Dus er zijn mensen die verslaafd zijn geweest en die kunnen daar ervaringsdeskundige zijn. In mijn geval heb ik in de schulden gezeten en ben ik daar ervaringsdeskundige in. Dat zijn al heel veel verschillende dingen, zo heb je allerlei gebieden waarin je ervaringsdeskundige kunt zijn en dat loopt ook nog weer in elkaar over. Behalve dat ik in schulden heb gezeten, heb ik ook nog te maken gehad met eenzaamheid bijvoorbeeld en met zelfmoordgedachten. Bij dat soort dingen ligt je ervaring dan ook. Het is een groot en breed gebied.
Lodewijk van Noort: Wat bijzonder. Je hebt superveel ervaring, hele bijzondere en hele heftige, zoals ik het hoor, maar waar zit dan dat punt dat je denkt: ik ga deze ervaringen inzetten om andere te helpen? Hoe kom je daartoe?
Marc Mulder: Bij mij ging het eigenlijk een beetje vanzelf ik besefte dat mij dingen overkomen zijn waarvan ik dacht, dat gebeurt helemaal niet in Nederland. Het kan niet in Nederland, dat je gewoon geen eten kunt kopen en dat je belt met instanties en dat ze zeggen: u kunt bezwaar indienen en over 6 weken krijgt u antwoord. Terwijl jouw probleem echt nu is.
Het heeft een aantal jaar geduurd en toen ik in de schuldsanering zat, zoals dat heet, en eigenlijk onderweg was eruit te komen, toen had ik zoiets van ik wil gaan proberen te helpen dat andere mensen niet hoeven mee te maken wat ik heb meegemaakt. Ik ben toen vrijwilligerswerk gaan doen.
Van dat vrijwilligerswerk – nadat ik dat een aantal jaar had gedaan – is mij gevraagd ‘wil je bij ons komen werken?’ en toen ben ik schuldhulpverlener geworden. Toen ben ik een aantal jaar mensen thuis gaan opzoeken waarvan het vermoeden was dat zij betalingsproblemen hadden om te kijken of je daar hulp kunt bieden en ondersteuning kunt geven.
Van daaruit leerde ik steeds meer en ontdekte ik ook ervaringsdeskundigheid. Ik ben daarin gegroeid en je moet daar op een gegeven moment ook afstand krijgen tot wat je hebt meegemaakt en er op een andere manier naar kijken. Plus al die verhalen van al die mensen die neem ik ook mee, dus dat werd een soort verzamelkennis van wat er allemaal gebeurt. Van daaruit ben ik steeds meer gaan werken en ben ik me ook steeds meer gaan richten op het veranderen van beleid eigenlijk.
Paula van Gemen: Jij noemt dat veranderen van beleid. Wat zijn dan de onderdelen gericht op communicatie waarvan jij zegt dit moet anders?
Marc Mulder: Het gaat vooral om de directe communicatie en het uitgaan van de persoon die in een situatie zit. Heel veel hulpverlening komt iets brengen en eigenlijk iets opleggen in plaats van in gesprek te gaan met degene die in de problemen zit en echt te luisteren naar wat diegene nou eigenlijk meemaakt en wat voor diegene het belangrijkste is op dat moment. Dat is niet altijd wat jij als hulpverlener denkt of wat jij voor idee meekrijgt wat er gedaan moet worden. Dat kunnen hele andere dingen zijn.
Lodewijk van Noort: Wat ik eigenlijk heel mooi vind van wat je zegt is dat heel veel instanties communiceren natuurlijk met mensen in schulden of met bepaalde problemen en vaak wat we tegenwoordig multiproblematiek noemen, heel veel problemen lopen in elkaar over of hebben met elkaar te maken. Er wordt ontzettend veel gecommuniceerd met die mensen, maar die organisaties weten eigenlijk helemaal niet hoe het is om in zo’n situatie te zitten. Jij wel. Wat zijn nou jouw tips voor organisaties als je communiceert met bijvoorbeeld mensen die schuldenproblematiek hebben?
Marc Mulder: Mijn belangrijkste tip is communiceer altijd van mens tot mens. Dus ga als mens het gesprek aan en niet als hulpverlener of organisatie, niet dat officiële, maar gewoon mens tot mens en laat ook iets van jezelf zien. Er is iemand die zit tegenover je in een wit kantoortje met TL-balken en je zit achter je computer met iemand in gesprek. Diegene moet alles over zichzelf vertellen, alles van zichzelf laten zien. Dat is heel eenzijdig, dus laat ook wat van jezelf zien. Vertel ook wat jij moeilijk zou vinden in zo’n situatie. Dat is denk cruciaal wil je iemand zo ver krijgen dat hij ook echt alles van zichzelf laat zien, want er zijn heel veel dingen waar mensen zich voor schamen.
Schaamte wordt altijd gezien als iets ten opzichte van de buurman zal ik maar zeggen, maar de meeste schaamte is ten opzichte van jezelf. Het is heel moeilijk om voor jezelf toe te geven dat jij niet meer zelfstandig uit jouw problemen kunt komen en dat je hulp nodig hebt. Dat is een enorme drempel en daar schaam je je voor. Op het moment dat je die drempel overgaat is dat niet in een klap alles, maar dan is dat alleen maar het allerkleinste beetje wat nodig is en dan wil je eigenlijk weer zelf verder, maar daar zit nog zoveel achter. Om dat allemaal te laten zien in een gesprek daar is vertrouwen voor nodig.
Lodewijk van Noort: En zeg je dan eigenkijk: je moet eerst bouwen aan dat vertrouwen voordat je echt diep die inhoud in kunt gaan of de dingen die je nodig hebt?
Marc Mulder: Ja, dat is dus ook een van de dingen die ik probeer aan beleidsmakers enzovoorts mee te geven: maak meer ruimte voor dat vertrouwen en voor dat goede gesprek in het begin, zodat je later tijdwinst hebt want het levert wel wat op. Je kunt later veel sneller en veel beter handelen doordat er een vertrouwensband is ontstaan en je veel meer van elkaar weet. Als je in het begin heel moeizaam en afstandelijk te werk gaat, start je iedere keer weer met belemmeringen.
Het is heel bekend in de wereld van schulden dat mensen niet komen opdagen bij afspraken. Dat is niet omdat ze niet gemotiveerd zijn, zoals vaak gedacht wordt, maar dat is omdat mensen belemmeringen voelen en omdat er drempels zijn en omdat het moeilijk is om toe te geven aan dingen. Hoe meer vertrouwen er is, hoe makkelijker je later wel blijft komen en blijft werken aan de oplossing.
Lodewijk van Noort: Dat vertrouwen heeft dus tijd nodig. Maakt het ook nog uit hoe je dan communiceert? Bijvoorbeeld is een gesprek een betere manier om te communiceren dan een brief of een e-mail? Wat zijn jouw ervaringen daarmee?
Marc Mulder: Een gesprek is gewoon eigenlijk het enige. Ik denk niet dat je echt een verhaal van iemand kan ophalen via email of via WhatsApp. Zeker niet via een formulier. Als mensen de schuldsanering in moeten, moeten ze ook hun verhaal op papier zetten, maar dat is een enorme drempel. Je moet je voorstellen: die hulpverlener die weet wel ongeveer wat die wil horen, maar jij die je verhaal moet opschrijven hebt geen idee wat die hulpverlener nou eigenlijk van je wilt horen. En er zit zoveel emotie achter dat het heel lastig is om dat allemaal op een goede manier op papier te zetten. Dus of mensen gaan 8 kantjes met hele verhalen tot in de details opschrijven of juist maar 15 regels omdat ze er niet naar willen kijken. Het is zoveel beter om dat in een gesprek te doen.
Paula van Gemen: Nou is de maatschappij natuurlijk wel zo ingericht rondom schuldhulpverlening en rondom alles ongeveer dat je ongelofelijk veel post krijgt. Je krijgt mails, je krijgt brieven, je wordt uitgenodigd op een gesprek. Hoe zie jij dat? Wat is jouw ervaring daarmee?
Marc Mulder: Ik kreeg op een gegeven moment 5 brieven per week van de Belastingdienst. Je hebt inkomstenbelasting, de BTW, de toeslagen. Al die verschillende dingen worden allemaal met elkaar verrekend en je krijgt een brief waarin staat wat er open staat, een brief met ze hebben dit met dat verrekend, daar krijg je er twee van, want dat wordt op de ene manier en op de andere manier verteld en dan een brief van wat er nog open staat en zo gaat het maar door en gaat het maar door.
Ik maakte die brieven ook niet meer open. Ten eerste kon ik er sowieso niet naar kijken want dat was alleen maar geconfronteerd worden met een probleem dat ik niet kon oplossen. En het was gewoon veel te veel en enorm officiële taal allemaal in die brieven.
Er komt dan een deurwaarder langs met, dat heet dan een exploot en ‘in naam van de Koningin’ staat er in grote letters bovenop en ‘direct openen’. Dan krijg je een heel ingewikkeld verhaal. En zelfs toen ik al uit de schuldsanering was en toen ik werkte als hulpverlener, als ik bij mensen kom en ik zie zo’n pak papier van de Rechtbank en ik wil weten wie nou eigenlijk de originele schuldeiser is, dan ben ik gewoon een kwartier aan het zoeken waar dat nou ergens staat. Want het staat niet helder voorop. Voorop staan dan allemaal juridische termen en juridische zinnen.
Ik heb net nog even opgezocht wat nou officieel een exploot is en dat is dan een door de deurwaarder opgemaakte akte waarin deze verslag doet van het betekenen van het rechtelijk stuk, een dagvaarding of een vonnis. Maar dat is dan de heldere uitleg. En dat is gewoon de uitleg van wat het is. Maar als jij in de stress zit en je krijgt een brief met allemaal officiële taal en het is zo ingewikkeld. Als er al een blaadje bij zit waarin het simpel staat, dan doen ze die achteraan en niet vooraan. Langzamerhand veranderen er wel dingen. Ook deurwaarders weten ondertussen wel dat mensen met stress heel erg veel moeite hebben om dingen te begrijpen, maar dan nog steeds, om te bedenken laten we dingen bewust eenvoudiger maken, nog steeds is het veel te moeilijk. Het moet nog veel simpeler uitgelegd worden
Lodewijk van Noort: Als je het dan hebt over simpel uitleggen en gerelateerd aan waar we het net over hadden, dat moet je dus ook eigenlijk helemaal niet in een brief willen doen ga gewoon met iemand in gesprek.
Marc Mulder: Die deurwaarder komt op een gegeven moment wel aanbellen.
Lodewijk van Noort: Dan is het natuurlijk al te laat en dan is het ook nog maar de vraag of de deurwaarder, je zal vast wel een heleboel goede hebben, maar die moet dan ook nog wel begrijpen dat dit dus speelt aan de andere kant van die voordeur.
Marc Mulder: Dat is het probleem. Wat er gebeurt, is dus eigenlijk door het allemaal zo officieel te doen en die grote letters erop maak je iemand bang en je zet hem onder druk. Dat is namelijk de manier waarop dit werkt.
Het is de bedoeling eigenlijk om iemand onder druk te zetten. ‘Let op nu gaat het wel heel ver!’. En elke volgende stap is weer: ‘We gaan nog een stap verder als je niet uitkijkt!’. Die druk maakt het alleen maak moeilijker om een oplossing te vinden en om hem te snappen. Dus eigenlijk draagt het niet bij aan een oplossing maar het draagt juist bij aan het vergroten van de problemen.
Lodewijk van Noort: In deze podcast hebben we het natuurlijk heel veel over heldere taal en eigenlijk schrik ik ervan als je zegt: ‘Het is de taal die ervoor zorgt dat mensen bang worden’. We proberen in deze podcast veel goede voorbeelden te geven. Heb jij ook een voorbeeld dat je denkt: nou, hier ging het heel goed, dit was nou echt een moment waarvan ik dacht: wauw, hier gaat het anders zo zou het eigenlijk overal moeten gaan?
Marc Mulder: Nee, dat heb ik niet. Wat heel belangrijk is, is dat in die brieven voor iedereen iets staat. De situatie van elke persoon is verschillend. Dus het is niet alleen maar gericht op jou, want ze weten helemaal niet wie jij bent.
En wat al heel erg helpt is als je de indeling maakt in die brieven, en dan het liefst in kleuren apart. Als dit en dit jouw situatie is, dan is dit voor jou. Dan moet je dat echt heel helder onderscheiden, zodat de lezer heel snel weet: dit kan ik overslaan en dit is voor mij en dan kan ik dat lezen. De standaardmanier is kopje tekst, kopje tekst, kopje tekst, maar dan is het nog niet helder genoeg in waar het onderscheid ligt.
Een voorbeeld is de gemeentelijke belastingen. Op de voorkant is het heel helder over welk bedrag het gaat. Maar zodra je wilt weten hoe je bezwaar kunt maken of dat je een betalingsregeling wil of waar het precies voor is… Dat zijn allemaal verschillende vragen en de antwoorden staan op de achterkant. Die achterkant staat helemaal vol met tekst. Er is dan niet meer helder onderscheid. Voor heel veel mensen is een groot blok met heel veel tekst te veel. Dan is het klaar. Dan gaan ze het niet lezen.
Lodewijk van Noort: Wat ik heel boeiend vond van wat je net zei is: ‘Op een gegeven moment maak je de brieven ook niet meer open’. We hebben het er natuurlijk over gehad dat een gesprek beter is, maar wat zou je nou kunnen doen bijvoorbeeld al op de envelop om ervoor te zorgen dat het vriendelijker overkomt of dat mensen denken hier hoef ik niet bang voor te zijn?
We weten natuurlijk ook dat sommige dingen nou eenmaal per brief moeten, sommige dingen moeten nou eenmaal verstuurd worden omdat het moet worden vastgelegd. Maar wat zou nou een goede manier zijn om ervoor te zorgen dat iemand überhaupt de envelop openmaakt?
Marc Mulder: Ten eerste, moet je eerlijk zijn. Dus als jij een spannende inhoud in je envelop hebt, moet je niet een envelop met bloemetjes op de bus doen. Daar trappen mensen één keer in en daarna nooit meer, maar dan maken ze ook de leuke enveloppen niet meer open.
Ik zal een voorbeeld geven van het werk dat ik deed als hulpverlener. Wij gingen bij mensen aan de deur om te praten over een betalingsachterstand. Maar die mensen wisten niet dat we zouden komen. Niet iedereen doet open en niet iedereen is thuis. Dan lieten wij een flyer achter en in die envelop met een flyer hadden wij een sleutelhanger met een winkelwagenmuntje gedaan omdat je dan voelt dat er iets in zit. Op de buitenkant deden wij een post-It met daarop de tekst ‘Wil je mij alsjeblieft bellen’. Om zo toch op te roepen dat mensen iets openmaken. Hier zat geen vervelende boodschap in, maar de boodschap was: we willen je graag ondersteunen.
Dus zoiets kan je ook doen.
Lodewijk van Noort: En dat werkte dus?
Marc Mulder: Dat werkt. Jazeker! Als jij je brieven niet openmaakt, maar er zit ergens iets in, dan word je toch nieuwsgierig en dan ga je het toch openmaken.
Paula van Gemen: Ja, waarbij het denk ik heel belangrijk is wat je zegt: ga geen bloemetjes envelop doen als je een verschrikkelijke boodschap hebt. Het moet in lijn zijn met je boodschap. Jullie wilde helpen, en als iemand jullie envelop openmaakte zat daar ook daadwerkelijk een handreiking in.
Marc Mulder: En zo’n ‘in naam van de Koning envelop’ waar ook op staat ‘Belangrijk, maak dit open!’ … ja, dat is ook waar. Die moet je ook openmaken, ondanks alles. Niet dat ik dat deed, maar het moet wel. Dat is wel de brief waarin staat dat zij jouw gegevens nodig hebben omdat ze beslag willen leggen op dingen. Als je die gegevens niet instuurt, dan gaan ze dat schatten en dan ben je vaak de pineut. Alleen dat is wel heel dreigend, maar dat is ook de inhoud van de brief.
Paula van Gemen: Waar ik nog heel erg benieuwd naar ben is het volgende. Jij vertelt over een hele brede lijn van allemaal communicatiemanieren die er zijn. En je zegt: het allermooiste is werken aan vertrouwen, van mens tot mens, in persoonlijk contact. Dat is de ideale situatie he?
Marc Mulder: Inderdaad.
Paula van Gemen: En de minst ideale situatie is dat je overvoerd wordt met brieven en dat je overspoeld wordt met brieven vol jargon, ingewikkelde taal en heel veel tekst. Soms kunnen we niet onder die tekst uit. Waar ik nou benieuwd naar ben is: hoe kun je ervoor zorgen dat je als je dan toch tekst gebruikt dat daar een menselijk aspect in zit?
Marc Mulder: Ik heb eigenlijk nooit een tekst met inwoners hoeven communiceren zonder dat ik ze gesproken had. Maar onze flyer bijvoorbeeld was wel iets. Dan heb je ze dus nog niet gesproken en hoewel ik altijd wel vond dat er te veel tekst in stond, is het heel lastig dat je aan de ene kant een heel verhaal moet vertellen, want het kan zijn dat iemand dat hele verhaal wilt begrijpen, en aan de andere kant dat je met heel weinig tekst moet werken.
Ik ben dan heel erg voorstander van: begin met de belangrijke boodschap. Iets van ‘wij kunnen je ondersteunen’, iets in die richting. En maak dat ook qua opmaak heel erg helder.
Ik denk dat je in de opmaak heel erg veel kan doen om dat menselijke en vertrouwelijke te laten terugkomen. Dus niet een witte brief met alleen zwarte tekst, maar werk ook met kleurvlakken. Het belangrijkste daar, net als dat je bij een website kunt doorklikken naar meer informatie, kun je dat met een brief ook doen. Je kunt het belangrijke in het begin zetten met bijvoorbeeld een pastelgroene kleur daar omheen en dan daar onder: ‘Als je over dit stukje nog meer wilt weten dan kun je daarheen’. Dat zet je dan in de kleur waar het verderop ook in staat zodat die link daar al ligt.
Dat soort verbanden leggen en mensen moeten vooral veel kunnen overslaan, omdat veel lezen gewoon moeilijk is. Ik heb een voorbeeld van een meneer waar ik kwam en die had een brief gekregen van werk en inkomen dat hij gegevens moest aanleveren voor de aanvraag van zijn uitkering en daar stond in twee zinnen: ‘Wij willen graag dat u die gegevens aanlevert. Dit is wat we nodig hebben.’ En daar stond in vijf bullet points de dingen die die moest aanleveren. De bankafschriften van dan tot dan en nog een aantal dingen. Daaronder stond nog waar hij het moest inleveren.
Die man zegt: ‘Ik heb dat ingeleverd en toen moest ik het weer doen en toen heb ik dat weer gedaan en toen hadden ze het nog steeds niet binnengekregen en toen moest ik het een derde keer doen. Ik snap dat niet ik heb nog steeds geen uitkering gekregen.’
Ik zei: ‘Nou mag ik die brieven zien?’ Ik krijg ze te zien en ik zie direct dat er in de ene brief staat: Je moet gegevens aanleveren. En in de tweede brief staat: We willen dat je nog meer gegevens aanvullend inlevert. Ook weer in bullet points. En in de derde brief staat: We hebben je gevraagd gegevens aan te leveren, deze, deze en deze. Dat heb je niet gedaan en daarom word je uitkeringsaanvraag ingetrokken.
Die man had voor zijn gevoel drie dezelfde brieven gehad maar het waren drie verschillende brieven. Maar dat had hij niet gezien doordat in die tweede brief niet heel letterlijk, heel duidelijk, heel groot stond: Let op we hebben nog meer gegevens nodig. Die brieven zagen er ook gewoon hetzelfde uit. Een inhoudelijk verschil is dus niet genoeg. Het moet er dus ook anders uitzien, het moet echt opvallen dat het een andere brief is
Lodewijk van Noort: Ik vind het zo mooi. Dit zijn dus dingen die je eigenlijk alleen maar weet door dit soort verhalen. Ik kan me namelijk ook heel goed voorstellen dat aan de andere kant, de organisatiekant … dat je denkt dat je tekst helder is. Dit weet je niet als je het niet test of als je niet met de mensen aan tafel zit of dit bekijkt. Dus ik vind het fantastisch dat ook in het werk dat jij doet dit soort dingen naar boven komen. Want dit staat nergens in een boekje.
Wat ik tot slot zou willen weten. Wat zeggen de mensen die jij helpt over jouw hulp, wat zeggen ze als je bij ze bent geweest? Wat zeggen ze dan over jou, Marc?
Marc Mulder: Ze zijn heel erg dankbaar, maar waar het vooral om gaat is dat ik heel erg merk wat voor mensen heel erg belangrijk is. Dat ze het gevoel hebben dat ze gehoord worden en dat er naar ze geluisterd is en dat is eigenlijk het allerbelangrijkste wat ik er zelf van meekrijg, maar ook wat ik weet van andere ervaringsdeskundigen.
Het probleem is bijna altijd dat er niet goed geluisterd wordt en luisteren lijkt zo eenvoudig, maar dat is zo moeilijk. Het gaat erom wat die mensen zelf denken wat voor hen een probleem is, maar ook welke richting een oplossing is en het heeft geen zin om iets op te gaan leggen. Dus je moet ook de kans geven om de ideeën van die mensen te volgen en te volgen wat zij denken. En dat is cruciaal, maar ook best lastig als je zelf al helemaal in je hoofd hebt hoe het zou moeten gaan lopen.
Paula van Gemen: ‘Wij weten allemaal wel hoe het moet, dat komen we wel even vertellen.’ Dat beeld en daarvan kan iemand meteen weer in zijn schulp kruipen.
Marc Mulder: Dat is ook het tweede ding wat heel belangrijk is en dat is dat je beseft waar iemand emotioneel zit. Er zijn mensen die op een gegeven moment niet meer geloven dat zij nog uit die situatie kunnen komen. Dat heb ik zelf ook meegemaakt. Ik geloofde niet dat ik nog uit die situatie kon komen en als je daar niet in gelooft dan maakt het niet uit dat er iemand tegenover je zit. Als jij niet denkt dat diegene de oplossing gaat brengen is het heel moeilijk om nog te gaan doen wat er van je gevraagd wordt. Vaak wordt er dan een oordeel aan verbonden dat iemand niet gemotiveerd is, maar het heeft te maken met het licht zien aan het einde van de tunnel en het geloven dat je eruit komt. Dus het eerste waar je aan moet werken is in gesprek gaan over andere mensen met wie je dit hebt gedaan en die eruit zijn gekomen en welke stappen je neemt en heel klein beginnen. Desnoods dingen uit handen nemen, dat soort dingen en niet te snel gaan.
Deze transcriptie eindigt wanneer Lodewijk, Sanne en Paula samen terugblikken op het gesprek met Marc.
Nooit afleveringen missen over heldere taal?
Als eerste weten dat er een nieuwe podcast voor je klaarstaat? Schrijf je in en dan geven we je meteen een seintje: