Wat is heldere taal? Waarom is het voor jou als professional zo belangrijk? En wat zijn de verschillen met schrijven op taalniveau B1?
Wie kan deze vragen beter beantwoorden dan Paula van Gemen. Paula is de oprichter van tekstmodel.nl. Ze is tekstspecialist, sparringpartner en trainer. Sinds 2000 houdt ze zich bezig met heldere, klantgerichte teksten.
In deze eerste podcast van tekstmodel wordt Paula zelf geïnterviewd. Over heldere taal natuurlijk! En over b1-schrijven.
In dit interview van 31 minuten ontdek je:
- haar visie op heldere taal en waarom het werkt
- wat ze met tekstmodel doet, nu en in de toekomst
- de drie basisingrediënten van een heldere tekst
- dat een trechter niet klantgericht is (en een piramide wel!)
- dat ook hoogopgeleide mensen graag B1-teksten lezen
- wat de wenkbrauwtest inhoudt
Luister hieronder naar Paula van Gemen …
Podcast Notities
- Ditzo / NOS / CoolBlue schrijven op taalniveau B1.
- Algemene voorwaarden CoolBlue
- Ontvang 6 voorbeeldbrieven in eenvoudig Nederlands (B1)
- Schrijftraining B1-schrijven
- Heb jij een boeiend verhaal? Vertel het me.
Deel via Twitter
Transcriptie
Drie misvattingen over B1-schrijven waardoor schrijvers weerstand voelen
Henry: Eind vorig jaar heb jij Tekstmodel opgericht. Waarom een tweede bedrijf?
Paula: Ik was op zoek naar een manier om klanten nog beter te kunnen helpen. En met Tekstmodel, die site is heel erg op online gericht. En met Tekstmodel kan ik dus echt al mijn kennis en ervaring, alles wat ik de afgelopen jaren heb geleerd en elke dag heb toegepast, kan ik online delen met mensen. Nou ja, ik deel daar dus kennis, ik schrijf blogs, ik maak podcasts zoals deze, online trainingen. Eigenlijk gebeurt alles online op Tekstmodel. En dat kon ik met de Tekstlounge niet. En dat is dus wat Tekstmodel mij biedt. En online heeft de toekomst.
Henry: Ja, absoluut. Dat weet ik wel zeker. Nou, je deelt dus de kennis over helder schrijven. Helder schrijven, ik vind het wel een mooie term. Maar wat houdt het nou eigenlijk in, ‘helder schrijven’? Waar moet ik dan aan denken?
Paula: Nou, het houdt heel veel in en daar kan ik ook uren over praten. Daar zal ik je niet mee vermoeien, maar wat ik je wel kan zeggen, is dat als jij helder schrijft dan schrijf je een tekst op zo’n manier dat je je doel bereikt.
Henry: Ja, hoe werkt dat dan?
Paula: Je kunt op verschillende niveaus naar een tekst kijken. Op verschillende manieren. Misschien kan ik dat het beste illustreren als ik een voorbeeld geef. Verplaats je in de lezer en stel je voor dat je een lange lap tekst voor je krijgt, zonder witregels, geen kopjes, gewoon een hele brij aan woorden. Heb je dan zin om het te gaan lezen?
Henry: Nee. Niet echt.
Paula: Nou precies. Dat is meteen de eerste stap in helder schrijven. Zoek voor overzicht. Op het moment dat je overzicht hebt, dan trek je de lezer jouw tekst in, want als jij een tekst ziet die helder is gestructureerd, kopjes erboven, witregels; dan wil je wel gaan lezen. Dus dat is eigenlijk de eerste stap van helder schrijven. Dat is een van de dingen die je moet doen om heldere teksten te kunnen krijgen. En het tweede ding is dat je moet zorgen dat de inhoud dat die ook echt aansluit bij wat de lezer zoekt, wat de lezer vraagt. En dat die ook in een volgorde geschreven die past bij de lezer. Stel dat je bij de gemeente bezwaar indient tegen de hoogte van je OZB. Dus jij dient het bezwaar in en je krijgt een brief terug. Wat wil je dan weten?
Henry: Ik wil graag lezen dat mijn OZB wordt verlaagd.
Paula: Ja, precies. Dus jij hebt 1 ding in je hoofd en dat is: jij wilt weten gaat die OZB omlaag of blijft die staan? Wat hebben ze met mijn bezwaar gedaan? Dat is de kernboodschap voor jou. Dat is voor jou het allerbelangrijkste. Het grappige is dat voor die gemeenteambtenaar die de brief opstelt, voor hem is het allerbelangrijkste dat hij goed naar de wet heeft gekeken, dat hij heeft gekeken of het binnen de termijn is binnengekomen. Hij toetst het aan de wet. En je krijgt dus van veel gemeentes nog steeds een tekst terug die dan heel erg gaat over ‘de wet’. En dan staat ergens onderaan, en dus verklaren we uw bezwaar voor gegrond. Om maar even met die ambtelijke termen ook te spreken. Dus dat is echt zo’n enorme trechter. Terwijl, ja, wat wil jij weten? Jij wilt weten gaat die OZB omlaag of gaat hij niet omlaag. Dat is meteen de tweede stap: ik denk dat je dit ook wel herkent. Die trechter.
Henry: Het is wel heel herkenbaar. En ja mensen doen dat in gesprekken ook hè.
Paula: Ja dat klopt. Dat klopt inderdaad. Wat je in een gesprek hebt; stel je voor dat die gemeente ambtenaar dat tegen jou zou zeggen, en die gaat met een half uur lang over een wettekst zitten praten, dan is er een kans dat jij hem in de rede valt en zegt meneer mag ik u even onderbreken, wordt mijn OZB nou verlaagd of niet? Dat heb je op papier niet. Op papier heb je niet dat persoonlijke contact met elkaar. Wat heel belangrijk is, is dat je dus altijd aan het nadenken bent over die lezer en over hoe dingen bij hem aankomen. Wat is belangrijk voor hem, welke vragen heeft hij. Wat wil hij weten. En als je daar dus heel erg mee bezig bent, met die lezersvragen. Met die lezer. Dan krijg je, dan is de kans ook groot dat je tekst helderder wordt in ieder geval. Dat zijn dus die 2 stappen. En dan heb je nog eigenlijk op een heel, op microniveau noem ik dat, dat is de derde stap. Dan kijk je echt naar de woorden. Welke woorden gebruik je. Welke zinnen. Hoe lang zijn die zinnen. En dan gaat het om eenvoudige woorden, woorden die vaak voorkomen, geen vakjargon gebruiken tenzij je met een vakbroeder schrijft. Een advocaat die met een advocaat communiceert, kan welk vakjargon gebruiken natuurlijk. Je moet altijd nadenken ook over wat is het kennisniveau van de lezer. En daar laat je je woorden ook bij aansluiten. Ja, en zorg dat je je zinnen niet te lang maakt.
Henry: Ok, dat zijn dus de 3 dingen, de 3 ingrediënten voor helder schrijven. Dat zijn de basisstappen.
Paula: Ja, ja die 3 dingen zijn sowieso nodig voor een heldere tekst. En weet je, dan zorg je ervoor dat de lezer heel goed weet wat de bedoeling is wat je van hem vraagt wat hij moet doen wat hij moet weten. Ja, dat is helder schrijven. Ik ga altijd nog een stap verder. Want als je het puur zakelijk bekijkt en alleen maar op helderheid alleen maar op eenvoudige woorden, dan mis je een heel belangrijk deel eigenlijk en dat is het persoonlijke contact met je lezer. Zorg dus ook dat je de lezer persoonlijk aanspreekt, dat je hem echt centraal zet in de tekst dat je regelmatig ‘u’ gebruikt en niet alleen over ‘wij’ praat. Zorg dat je de lezer vriendelijk toespreekt of aanschrijft. Je ziet het op heel veel blogs van mij, die gaan daarover. Die spelen heel erg in op hoe kun je nou echt service bieden, hoe kun je nou net wat meer doen voor je lezer, want daar gaat het natuurlijk om, dat je hem of haar een goed gevoel geeft.
Henry: Nou ja, dat is mooi. Duidelijk. Maar het lijkt me wel ontzettend lastig om jezelf te beoordelen of een tekst helder is.
Paula: Ja
Henry: Je moet dan wel jezelf in de klant gaan verplaatsen. Heb je daar tips voor om dat te gaan doen.
Paula: Het is inderdaad lastig. Je hebt eigenlijk een handicap. En dat is dat je zoveel kennis hebt dat je niet meer zelf kunt zien of het helder is wat je doet. Nou, ik heb daar leuke tekst, uh, test voor: de wenkbrauwtest. Wat doe je als je iets ziet wat je niet begrijpt, niet snapt. Dan ga je fronzen. Dat gebeurt gewoon automatisch, dat doen je spieren gewoon, dat is ene automatische reactie. As je een tekst hebt geschreven, en het is heel belangrijk dat deze helder is, leg hem voor aan een collega van je of neem hem mee naar huis en leg hem aan je partner voor of aan een familielid. En vraag aan hem of haar om die tekst hardop te lezen. En je moet er dan bij blijven en goed luisteren maar vooral ook heel goed kijken naar het gezicht van die persoon. En wat het mooie is, is dat je dan, dan zul je zien op een paar punten als de tekst dus niet helemaal helder is, dan komen er vast een paar fronsmomentjes voor.
Paula: Nou, dat is dus de wenkbrauwtest. Dus fronsmomentjes.
Henry: Dat klinkt wel heel makkelijk.
Paula: Nou, zo makkelijk is het dus ook.
Henry: Dan moet je het nog aan gaan passen en hoe doe je dat dan.
Paula: Ja, nou ja, dat is dus een stukje moeilijker. Want daarvoor heb je wel echt schrijftechnieken nodig. En daar komt dus tekstmodel om de hoek kijken. Stel dat ik online alle kennis deel op tekstmodel en dat doe ik onder andere door een gratis lidmaatschap aan te bieden.
Paula: Mensen kunnen gratis lid worden en dat betekent dat ze, ze krijgen voorbeeldteksten te zien, schrijftips, webinars, er is een vragenforum op het online gedeelte.
Henry: Ja webinars, dat is heel populair momenteel. Wat ga jij daarmee doen Vertel daar eens over.
Paula: Nou, ik ga dus ook webinars geven. En sterker nog, het eerste webinar komt deze week online. En dat wordt een Q&A webinar; vraag en antwoord. Leden kunnen mij dan vragen stellen van tevoren en ik geef daar in dat webinar antwoord op. En ik neem dat van tevoren op.
Henry: Ok, niet live.
Paula: Nee, dat doe ik nu nog niet live. Dat is in de toekomst wel de bedoeling. Maar op dit moment vraag ik dus van tevoren aan mensen, stuur vragen in. En als we het live gaan doen dan kun je dus live vragen stellen aan mij en die beantwoord ik live.
Henry: Leuk.
Paula: Ja.
Henry: Wat voor vragen kreeg je dan?
Paula: Heel verschillend. Dat vond ik zelf ook spannend. Wat voor vraag ga ik krijgen. Iemand had een vraag over kleine woordjes. Wat je daarmee doet. Dus voorzetsels en zo en dat ze daar zich weleens mee vergist. Daar gaat een onderwerp, daar ga ik het over hebben in het webinar. Maar ook iemand stelde vragen over clichés bijvoorbeeld en hoe je ze kunt vermijden. Er was een ergotherapeut, dat was ook grappig, die schrijft veel adviezen voor artsen en ze zei “ja ik vind alles belangrijk, maar hoe kan ik nou het advies zo opstellen dat die arts ook echt die indicatie gaat geven? Die dat aantal uren ergotherapie gaat voorschrijven die ik belangrijk vind voor deze patiënt?” Dus hoe kan ik een goed advies voor een arts schrijven.
Henry: En daar kan jij bij helpen?
Paula: Ja, daar kan ik bij helpen inderdaad. Dat heeft alles ook met helder schrijven te maken. En met je doel bereiken natuurlijk. Ja, en ik kreeg een leuke vraag over B1-schrijven.
B1-schrijven
Henry: Toen ik deze vragen ging opstellen, nou ja, B1-schrijven dat kom je in een zoekmachine hartstikke vaak tegen. Kan jij eigenlijk vertellen wat B1 is?
Paula: Pff, ja. Dat vraag je me in dit interview? Even in een korte podcast? B1 is enorm complex.
Henry: Ja, dat viel me al op. Misschien kan je dat even uitleggen? Zo makkelijk mogelijk. Zo helder mogelijk.
Paula: Zal ik op taalniveau B1 uitleggen wat B1 inhoudt? Misschien is dat een goed idee inderdaad. Nou, ik ben er ook veel mee bezig. Dat is inderdaad heel erg in. Ik begeleid ook een aantal klanten daarbij. Ja, taalniveau B1. Kijk, heel simpel gezegd is het eenvoudige, prettig leesbare taal en prettig leesbaar voor iedereen. Maar goed dat daarmee, dan weet je nog niet wat B1 inhoudt. Het gaat om taalniveaus. Je hebt 6 taalniveaus: A1, A2, B1, B2, C1, C2. Dus. Dat zijn de 6 taalniveaus. A is het makkelijke laagste taalniveau en C is het hoogste taalniveau. Heel veel meer, ja ik weet niet of het heel handig is om er heel diep op in te gaan waar het allemaal vandaan komt
Henry: Misschien voor een andere podcast of blog.
Paula: Ja. Maar wat heel belangrijk is om te weten over die taalniveaus is dat uit onderzoek blijkt dat 40% van de bevolking, van de volwassen bevolking, heeft taalniveau B1. En heel veel teksten voor de Nederlandse bevolking, vanuit het bedrijfsleven, vanuit de overheid, die zijn geschreven op taalniveau C1.
Henry: Veel hoger.
Paula: En C1 is dus een veel hoger taalniveau.
Henry: Dus dat betekent dat 40% die teksten niet kan lezen.
Paula: Ja, 40% van die mensen, nou eigenlijk nog meer mensen. Want je hebt ook de bevolkingsgroepen, mensen die hebben, begrijpen, die hebben taalniveau A1 en A2, dat is ongeveer 20% bij elkaar. Dus inderdaad als jij teksten schrijft op een hoog taalniveau, dan mis je een heel groot deel van de bevolking. Nou ja, dat is best wel erg.
Henry: Ja, dat geeft wel aan hoe belangrijk het toch wel is.
Paula: Ja, het is heel belangrijk. Het is niet voor niks ‘hip’ of een ‘hype’, alleen dat klinkt altijd negatief. Het is maar een hype, dat gaat wel weer over. Maar het is echt iets waar heel veel waarde in zit en waar je ontzettend veel mee kunt.
Henry: Maar B1-schrijven is dan iets anders dan helder schrijven.
Paula: Ehmn, ja, nee. Ja het is een ander woordje, he, ja, ja, en daar zit een hele theorie onder eigenlijk. Over taalniveaus en allerlei onderzoeken zijn ernaar gedaan en er zijn een heleboel websites waar je kunt checken is het woord B1. Er hangt heel veel omheen rondom het B1. Maar in mijn optiek is het feitelijk hetzelfde als helder schrijven. Het komt erop neer, dat je je boodschap eenvoudig communiceert. Dat de boodschap overkomt. Dat je geen moeilijke of ouderwetse woorden gebruikt. Dat je korte zinnen maakt. Maar ook wat ik je net zei over die kopjes en die regels wit, opsommingen, dat soort dingen zitten er ook allemaal in. Want die zorgen ervoor dat je tekst overzichtelijk wordt en dat mensen hem graag, en dat mensen hem ook met gemak kunnen lezen. En ook bij B1-schrijven moet je heel goed nadenken over de inhoud en over de volgorde waarin je de tekst presenteert. En dat zijn allemaal dingen die ik net ook aan je noemde. Dus, ja, in feite zijn het net die 3 stappen die ik al noemde.
Henry: Het bedrijfsleven wil nu ook B1-schrijven. Dat gebeurt geloof ik al.
Paula: Ja, heel veel ja.
Henry: Wat mij ook opviel is dat je dus met B1 zoeken, dat je, ja, je hebt de pro’s en de contra’s (Paula lacht). Waar om is er überhaupt weerstand als je het hebt over helder schrijven of B1 schrijven.
Paula: Nou ja dat is wel grappig. Die pro’s en contra’s herken ik inderdaad. Er is ontzettend vele over te doen en ook als ik trainingen geven bij bedrijven, dan krijg ik soms ook mensen tegenover me die zeggen nou ik vind dat helemaal niks dat B1-schrijven. Maar ik denk dat dat echt komt door een aantal misvattingen die er zijn over B1. Het is natuurlijk iets waar heel veel over geschreven en gesproken wordt. En het kan dan net zijn dat je iets verkeerds pikt, en dat dat je dat onthoudt, en dat je dan denkt B1 ik vind het helemaal niks. Ja, en er zijn veel discussies op internet waardoor je het idee kunt krijgen dat B1 alleen maar over makkelijke woorden gaat. Dat het alleen maar Jip-en-Janneketaal is of heel simpel, kinderachtig, dat soort dingen. Maar het is echt een grote misvatting, dat is meteen de grootste misvatting; het gaat niet alleen maar om woorden. Zoals ik net ook al zei. Het gaat ook om die structuur het gaat ook om dat overoverzicht en juist ook om de inhoud. Ja, weet je, als je het alleen maar over woorden hebt, ja een tekst met alleen maar makkelijke woorden en korte zinnen, dat kan even goed een heel slechte tekst zijn. Dus dat is niet een voorwaarde. Ik schrijf B1 ik schrijf makkelijke woorden, en dus is mijn tekst goed. Zo werkt het niet. Je hebt meer nodig. Ook juist die goede structuur wat ik net aangaf en nou je merkt als ik dit uit ga leggen dan wordt de weerstand automatisch minder en dan zien mensen ook van oh, maar ik kan er ook eigenlijk wel heel veel mee.
Henry: Is er nog een misvatting?
Paula: Ehm, ja ja ja ja. Nou dit is er dus eentje. De andere is wat ik heel vaak hoor, en ik zei het net al. Jip-en Janneketaal, te kinderachtig en wat ik ook vaak hoor: nou, dit is te kinderachtig voor mijn doelgroep. Zo kan ik niet schrijven. Ik heb een keer een cursist gehad, dat was wel mooi, die werkte bij een heel sjiek makelaarskantoor en hij zei: ‘nou, hier kan ik echt niet mee aankomen bij mijn klanten. Als ik dit doe, dan denken ze dat ik dronken ben’. Nou, ik vond het wel een heel mooi voorbeeld. Nou, dat is dus het idee dat jij als schrijver hebt. Schrijvers hebben dus ook soms het idee van “ik moet mijn expertise daar laten zien, juist door die moeilijke woorden te gebruiken, juist door die lange zinnen te gebruiken. Maar het leuke is, dit was in de beginjaren van B1-schrijven trouwens dat ik deze opmerking kreeg. Er is een enorme verschuiving gaande de laatste jaren. Iedereen, iedereen vind het fijn om een heldere tekst te lezen. Met gewone begrijpelijke woorden. Niemand wil een tekst twee keer hoeven lezen. En het mooie is, ik zei net van die verschuiving… steeds meer bedrijven, maar ook gewoon bedrijven die iedereen kent, die zijn hier mee bezig.
Henry: Noem eens, wat voor bedrijven?
Paula: Verzekeringsmaatschappijen. Die moeten het, vanuit de AFM zijn die verplicht om B1 te schrijven. Ditzo doet het heel goed. Die was toen een van de eersten die heel vlot ging schrijven. FBTO is er ook goed mee bezig, die hebben Algemene Voorwaarden bijvoorbeeld ook heel erg ’vereenvoudigd’. Goudse verzekering trouwens ook. BKR, Bureau Kredietregistratie en het NIBUD kun je je ook iets bij voorstellen van hoe belangrijk het is. Hoe belangrijk het voor hen is dat zij een heel brede doelgroep kunnen bereiken met hun teksten. Gemeentes. Steeds meer gemeentes zijn er mee bezig. Maar ook NOS. Het NOS journaal, NOS.nl. Die teksten, als je wilt weten hoe B1 eruit zit, ga je gewoon op de websites kijken: Ditzo.nl, NOS.nl, Coolblue.
Henry: Ja, die ken ik wel ja.
Paula: Ja, en Coolblue doet het heel goed. En dan heb ik wel een tip trouwens. Dat is wel echt leuk om te zien. Los van die site, los van wat ze op de site zetten. Klik bij Coolblue eens naar de Algemene Voorwaarden. Daar word je blij van. Daar word ik in ieder geval heel blij van.
Henry: Ga ik straks eens even kijken.
Paula: Nou ja goed, dat zijn dus allemaal bedrijven die zijn dus bezig. Die hebben ook hoogopgeleiden natuurlijk in hun doelgroep zitten. Die hebben een heel brede doelgroep en die zeggen nou wij gaan gewoon voor begrijpelijke, prettig leesbare, heldere taal.
Henry: Nou ja goed, Coolblue die ken ik. Dus ik heb wel een beetje een beeld. Dat vind ik echt een superprettige site.
Paula: Ja, nou dat is mooi. En ja het is misschien nog iets wat ik daarover, wat die bedrijven heel goed doen, die zijn niet alleen maar bezig met het moet B1 zijn, maar die zijn met name bezig met ‘onze klant moet het prettig vinden om de teksten te lezen’. En dat is een verschil in perspectief. En dat is wat ik heel regelmatig zie op het moment dat er B1-projecten worden gestart bij een klant. Dan krijg je cursisten die een beetje mopperen van ‘we moeten B1-schrijven’. Maar uiteindelijk, ja, je ‘moet’ B1-schrijven, maar het gaat erom dat je niet meer zo niet alleen maar naar het B1 kijkt. Want dan ben je alleen met je tekst bezig. En juist als je met je tekst bezig bent, het is heel goed om met je tekst bezig te zijn natuurlijk, maar als je alleen maar daarmee bezig bent en B1 als een soort van doel hebt, een soort van zaligmakend doel, van nou, als we dat doen dan zijn we er. Nee, dan sla je volgens mij ook de plank mis. Dan mis je iets heel belangrijks en dat is de klant.
Henry: Heb je een concreet, heb je een tip voor mij. Hoe doe ik dat dan? Ik schrijf een tekst en hoe zet ik mezelf in het hoofd van die lezer.
Paula: Ja, ok. Aan de ene kant let je dus ook op de voorwaarden van B1. Dus daar let je op. Maar inderdaad je moet altijd met de lezer bezig zijn. Hoe doe je dat? Ik visualiseer de lezer. Ik maak gewoon een beeld van de lezer. En ik had laatst wel een mooie. Vorige week gaf ik een training bij de gemeente Valkenburg, aan Wmo-consulenten. Die hebben te maken met de ‘zwakkeren’ in de maatschappij, laat ik het zo zeggen. Oudere mensen, mensen met een beperking, mensen die hulp nodig hebben. Zij zei: ‘Bij alles wat ik schrijf, denk ik aan mijn ouders’. En denk ik ‘zouden zij dit kunnen begrijpen?’.
Henry: Dat is een prachtig voorbeeld.
Paula: Dat is een heel mooi voorbeeld. Zo kun jij ook iemand, afhankelijk van het werkt dat jij doet, kun je ook iemand voor ogen hebben, van ‘is dit waar de doelgroep op zit te wachten?’. Zit die persoon erop te wachten en begrijpt hij of zij dit?
Henry: Heb je nog een mooi voorbeeld of een tip?
Paula: Even kijken. Ja. Ja, ik heb nog een mooi voorbeeld inderdaad. Dat is ook met het inleven in de lezer. Ik noemde net de ouders van deze dame. Maar nou weet ik het ook bij de gemeente Kerkrade op Sociale Zaken dat daar, dat ze daar ‘vrouw Hoepertz’ in het leven hebben geroepen. Dat is dus ook een oude dame, die heeft dus ook echt een gezicht gekregen, een leeftijd, die heeft er een aantal beperkingen bij gekregen. Dat is het boegbeeld van de afdeling Sociale Zaken. En bij alles wat zij doen, bij alle formulieren die ze maken, maar zelfs ook bij het beleid dat ze maken, bij alles wat ze doen denken ze; wat zou vrouw Hoepertz hier van vinden, zou vrouw Hoepertz dit begrijpen, kan vrouw Hoepertz dit formulier invullen, Dus dat is nog een voorbeeld van een beeld dat je kunt maken van een klant.
Henry: Onvoorstelbaar dat het eigenlijk zo simpel kan werken.
Paula: Ja, en het werkt heel sterk. Het is echt een heel krachtig instrument. Ik zou dat iedereen ook aanraden om zoiets te doen. Om die klant te visualiseren en los te komen ook van dat computerscherm. Ja, nou ja, dat is dus een ding, dat is niet per se B1-schrijven hè, als je nadenkt over die doelgroep. Maar ja, het helpt je wel om je teksten dus meer naar B1-niveau te krijgen.
Henry: En dan kom je weer terug op wat het belangrijkst is om het doel van jouw brief. Dat is het belangrijkste. Wat wil je bereiken? En of dat nou B1 is of taal. Het gaat om de klant.
Paula: Ja, ja, klopt.
Henry: Nou, ik kan nog veel meer tips aan jou gaan vragen nu. Maar we moeten wel een beetje op de tijd gaan letten.
Paula: Ja, en er komt een webinar over hè. Dit was dus ook echt een van de vragen die ik ook kreeg voor het webinar. Daarin ga ik nog veel meer over B1 vertellen. En ook echt tips geven. Concrete adviezen over hoe je het kunt doen met voorbeelden erbij.
Henry: Nou, ik ben benieuwd. En wat krijg je nog meer als lid van Tekstmodel?
Paula: Je krijgt elke week een schrijftip in je mailbox, voorbeeldbrieven heb ik online staan, podcasts dus, een vragenforum. Dat is wel een hele goede. En daar kun je echt al je vragen stellen die je hebt, wat je maar wilt. Als het maar over tekst en taal gaat. En op die manier delen we dus ook weer kennis, en deel je ook kennis met andere leden. Iedereen kan vragen iedereen kan bij mij een antwoord zien. En zo groeit het netwerk en daar gaat het om.
Henry: Fantastisch mooi. En dan ben je nog lang niet klaar. Er komt nog een hoop aan.
Paula: Klopt, ja, zeker. Ik ben nu bijvoorbeeld ook bezig met tekstmodellen. Daar moest ik wel meekomen natuurlijk met deze bedrijfsnaam. Ik ben tekstmodellen aan het maken voor elke tekstsoort, voor verschillende tekstsoorten en tekst moet dan, moet je voorstellen een A4’tje waarop staat hoe je een tekst goed kunt indelen, wat een goede structuur is voor een tekst en nog een aantal tips geef ik erbij. Nou, die zijn later ook beschikbaar voor lezen. Nu nog niet, daar ben ik nu nog mee bezig. Maar er ligt inderdaad wat je zegt enorm veel werk.
Henry: Leuk, nou dit is jouw eerste podcast. Wat kunnen we nog verwachten in de podcasts? Want je gaat nog veel meer podcasts maken.
Paula: Ja, ik ga nog veel meer podcasts maken.
Henry: Vandaag heb ik jou wat vragen gesteld. Maar het is dus de bedoeling dat jij bij de volgende podcasts de vragen stelt.
Paula: Ja, daarop stel ik de vragen. Ja precies, ik ben op zoek naar boeiende verhalen van mensen uit het bedrijfsleven maar ook zzp’ers, ook mensen van de overheid. Eigenlijk maakt me het niet uit waar je werkt, maar als je maar, het kunnen mensen van verschillende vakgebieden, coaches trainers presentators, bloggers, timemanagers, schrijvers, iedereen die op een of andere manier bezig is met communicatie en die een boeiend verhaal te vertellen heeft. Die wil ik interviewen. Die ga ik interviewen. Ik heb al een aantal afspraken gepland staan voor de komende weken. Zo ga ik een procrastination coach interviewen. Dat is een vrouw die adviezen geeft over hoe je om kunt gaan met uitstelgedrag. Dat komt veel voor, als je teksten moet schrijven. Zeker als je het in jouw werk moet doen en het is niet jouw hoofdbezigheid, dat is soms zo lastig. En dan schuif je het maar voor je uit. Hoe kun je daarmee omgaan, hoe kun je ervoor zorgen dat je dan toch die tekst gaat schrijven. Ik heb een afspraak met iemand staan, een LEAN manager, die veel bij bedrijven, die bedrijven adviseert natuurlijk over LEAN management. En hij heeft ook een hele mooie kijk op hoe je je je e-mailafhandeling bijvoorbeeld heel efficiënt kunt inrichten en dan gaat het dus over communicatie in de breedste zin van het woord.
Henry: En dan, ehm, ja, dan is eindelijk jouw doel om ons mee te nemen in een andere vorm van communicatie waar we ons voordeel mee te kunnen doen in schriftelijke communicatie.
Paula: Ja, dat klopt. Het zou ook kunnen, ik heb ook een afspraak bijvoorbeeld met iemand die ontzettend sterk is in mondelinge communicatie. In hoe impact te creëren op het podium. En dat is ook waar iedereen mee te maken krijgt. In ieder geval iedereen waar ik me op richt. Dat zijn, als ik nadenk van wat boeit mij? Ik ben een professional die veel schrijft. Het is mijn vak. Maar ik richt me ook op professionals die in hun werk regelmatig tekst moeten schrijven, maar ik weet ook zeker dat die regelmatig voor een groep mensen moeten spreken die regelmatig met dat soort zaken te maken hebben. Dus ik kijk naar wat boeit mij en ik weet bijna zeker, dat dat ook meteen iets is wat mijn doelgroep boeit. En waar ze meer verder kunnen.
Henry: Nou, super interessant. Ik kijk even naar de tijd. We moeten gaan afronden.
Paula: Ja.
Henry: Ik vond het superleuk om jou beter te leren kennen. En tot de volgende podcast.
Paula: Ja, nou, leuk.
Henry: Succes ermee.
Paula: Dankjewel. Heel leuk. Dankjewel voor het leuke interview! En hierna mag ik.
Armand schrijft:
Hoi Paula,
Leuk je podcast te beluisteren. Omdat ik denk dat het prettig voor je is feedback te ontvangen, hierbij wat feedback. Hopelijk kun je er wat mee.
De geluidskwaliteit op mijn koptelefoon was goed. Via de speaker was het wat minder verstaanbaar, maar dat kan aan mijn laptop liggen.
In het begin vond ik het Henry nog wat gespeeld; in de loop van het interview werd dat mijns inziens beter.
Dat het interview helemaal is uitgeschreven is voor mij een overkill, maar voor anderen misschien wel zinvol. Gaaf om dat jullie er zoveel effort in hebben gestoken.
Inhoudelijk vond ik het leerzaam. Het is niet zozeer mijn “business”; ik zit niet in de communicatie. Desalniettemin vond ik het prettig om naar te luisteren en dus leerzaam. Ik denk dat ik er wat mee kan.
Je klinkt erg spontaan en legt alles begrijpelijk uit. Je beantwoordt de vragen helder en vraagt telkens terugkoppeling om zeker te stellen dat het over is gekomen. Je hebt me weer wat geleerd.
Kortom, goed bezig!
Ik ben benieuwd wat je nog allemaal voor ons in petto hebt…
Paula van Gemen schrijft:
Hi Armand,
Nog een keer ontzettend bedankt voor je reactie. Beetje late reactie van mijn kant hier onder de podcast, maar ik had je al privé bedankt. Vond het alleen zo vreemd staan dat er geen reactie onder jouw uitgebreide feedback stond 🙂
Tot de volgende podcast! Die is trouwens binnenkort: op 15 juli spreek ik Remco Claassen.
Groet, Paula